In 2050 moet de provincie Noord-Brabant energieneutraal zijn. Er komen windturbines, zonneparken en er zijn nog heel veel andere plannen. Maar de beste oplossing voor het volledig uitbannen van fossiele brandstoffen is een oplossing die we ons nu nog niet voor kunnen stellen. Hoe zien kunstenaars en ontwerpers het energielandschap van de toekomst? Mestmag sprak erover met vormgeefster Caro Agterberg en met bouwkunstenaar Eloi Koreman.
- Geschreven door Iris van den Boezem
Windmolens die je zicht belemmeren, zonnepanelen zover het oog reikt - de energietransitie zorgt ervoor dat de omgeving waarin we leven, werken en ontspannen op korte termijn ingrijpend zal veranderen. Maar hoe houden we het leefbaar en prettig, terwijl we aan de andere kant maximaal putten uit natuurlijke energiebronnen? Met de prijsvraag Energy meets the Arts riep Kunstloc Brabant kunstenaars en ontwerpers op om hierover na te denken en met ideeën te komen. Uit ruim veertig inzendingen koos een jury twee winnaars: Eloi Koreman & Pierre Maas met hun Getijdenhuis en Caro & Peter Agterberg met DutchBlue. Hieronder lees je over hun ideeën voor het energielandschap van de toekomst.
Getijdenhuis - Eloi Koreman
“Wist je dat slechts 5% van de woonhuizen zonnepanelen op het dak heeft?” Veel te weinig, als je het vormgever en bouwkunstenaar Eloi Koreman vraagt. Het liefst ziet hij in de nabije toekomst wijken vol met energie-opwekkende huizen verrijzen. Maar ja, hoe zorg je ervoor dat mensen daar ook in willen wonen? “Het idee dat er iets moet veranderen wordt steeds beter geaccepteerd. Maar het opwekken van energie blijft iets abstracts, een ver-van-mijn-bed show. De energietransitie betekent pas iets als je het zelf kunt voelen, aanraken,” denkt Koreman. Bij wijze van voorbeeld noemt hij de zonneboiler die op het dak van zijn huis staat. “Als ik onder een warme douche sta, voel ik zo direct die kracht van de zon op mijn huid,” vertelt hij. “Fantastisch is dat.
In plaats van zonnepanelen op een bestaande woning te plaatsen, bedachten Eloi Koreman en zijn compagnon architect Pierre Maas voor Energy meets the Arts een innovatief, geheel nieuw soort huis dat het opwekken van zonne- en windenergie als basisfunctie heeft. En misschien nog interessanter: het pand - dat met zwaartekracht energie kan opslaan en vrijgeven - laat zien hoeveel energie je opwekt, en hoeveel je weer verbruikt. “Het dak van ons huis - met daarop zonnepanelen en een windmolen - draait mee met de zon zodat je gedurende de dag maximale opbrengst hebt. Daarnaast kan het dak zelf omhoog en omlaag: hoe meer energie het huis opwekt, hoe hoger het dak komt te staan,” legt Koreman uit.
Zo zou het huis in de toekomst ook ingezet kunnen worden om mensen bewuster te maken van hun eigen energieverbruik. “Met ons huis laten we zien hoeveel energie je opwekt, maar ook hoeveel energie iets kost. Als je stroom gebruikt, omdat je de wasmachine aanzet bijvoorbeeld, dan zakt het dak weer.” Kunstloc Brabant begeleidt de ontwikkeling van het Getijdenhuis op afstand en denkt mee over hoe het huis straks in de markt kan worden gezet: waar vind je draagvlak, hoe betrek je derden (bijvoorbeeld energie- en woningcorporaties) bij de ontwikkeling van dit idee en op welke manier kan het huis worden ingezet voor educatie?
Uiteindelijk moet het ontwerp leiden tot een prototype voor een echt, bewoonbaar huis. Om dat te bereiken schakelen Maas en Koreman nu de hulp in van onder meer een constructeur en een elektrotechnicus. "Dit wordt een huis waar je echt in kunt wonen," zegt Koreman. "Een huis dat beweegt als de getijden. Zo maken we roerend onroerend goed. Wanneer je mensen zelf op deze manier hun energie laat opwekken, voelen en gebruiken, zorgt dat voor draagvlak en begrip,”meent hij. “Pas dan kunnen we echt iets veranderen.”
“Velden met duizenden zonnepanelen, die gaan er hoe dan ook komen,” zegt vormgeefster Caro Agterberg. “Maar waarom maken we daar niet gewoon iets moois van? Wat ik echt graag zou willen is dat we velden maken die zo prachtig zijn, dat iedereen het erover heeft.”
Hoe ze dat precies van plan is? Welnu: de gewone, traditionele zonnepanelen kun je volgens Agterberg heel mooi inzetten als pixels. Met die pixels maak je een beeltenis, een tekening. Kijk je er vanaf de grond naar, dan zie je nog niet zoveel, maar zo gauw je op een brug of een toren staat wordt het beeld zichtbaar. “Wat je dan ziet is niet een lelijke blauwe vlek in de natuur, maar een beeld dat een verhaal vertelt over de omgeving waarin je staat. Het vertelt je over de historie van een gebied, of over de lokale identiteit,” legt Caro uit. “De manier waarop we zonnepanelen integreren in het landschap moet gewoon echt stukken beter. En een gemeente of provincie doet er goed aan hier vanaf het begin bewoners van een plaats bij te betrekken,” vindt ze. “Zij moeten het veld omarmen, er trots op zijn.”
Samen met Kunstloc Brabant voert Caro op dit moment verkennende gesprekken met gemeenten om ‘DutchBlue’ te realiseren. “Een ontwerp hangt nu eenmaal nauw samen met het gebied waarvoor het gemaakt wordt. Dus door een plan te maken voor een bestaande plaats, kunnen we écht laten zien wat we bedoelen.” Dat proces is best spannend: “Zonnepanelen zijn niet bepaald sexy, maar als we onze ideeën presenteren zijn de betrokkenen meteen enthousiast. Erg mooi om dat nu al te merken.”
Caro stoort zich eraan dat in de energietransitie tot nu toe weinig ruimte is voor verbeelding, zegt ze. Dat ligt deels aan de kunstenaars en ontwerpers zelf, maar ook aan de overheid, aan ontwikkelaars en aan energiecoöperaties. “In Nederland zijn we zo goed in het neerzetten van sterke beelden. Zie bijvoorbeeld de molens van Kinderdijk. Ooit zijn ze geplaatst als nieuwe energiebron en kijk nu eens: toeristen vanuit de hele wereld komen erop af. Ik weet zeker dat we dat ook kunnen bereiken met zonnevelden. Stel je eens voor dat er selfies worden gemaakt met een ‘DutchBlue’ veld op de achtergrond of dat er ansichtkaarten van worden verstuurd, gewoon omdat mensen het zo bijzonder vinden. Dat zou toch prachtig zijn?”Dit artikel kwam mede tot stand dankzij onze partner Kunstloc Brabant.