Zeg je ‘cultuureducatie’ dan heb je het over alles wat plaatsvindt op het snijvlak van onderwijs en cultuur. Over kunst in de klas en ver daarbuiten. Over prikkelen, verrijken en verbinden. Breed en belangrijk dus. En ook actueel. Want 2020 gaat de geschiedenisboeken in als een pittig jaar voor beide sectoren. Zowel financieel als organisatorisch. Thuisonderwijs of juist onderwijs op anderhalve meter. Het nagenoeg wegvallen van de culturele agenda. Er zijn drempels genoeg in onze nieuwe werkelijkheid. Tijd dus voor wat broodnodige duiding én een constructieve blik op de toekomst. In dit tweede artikel van een drieluik ontmoeten we Robin Brugman, adviseur kunsteducatie & vervolgonderwijs bij Kunstloc Brabant, en Mirjam van Tilburg, onderzoeker en docent bij de masteropleiding Kunsteducatie van Fontys. Een passievol gesprek over digitale ontmoetingen, écht gezien worden en de kracht van het niet weten.
Teruggeworpen op de kern
Cultuureducatie is haast onlosmakelijk verbonden met fysiek contact en samenzijn. De impact van de coronamaatregelen is met andere woorden groot. Begrijpelijk dus dat de gedeeltelijke verschuiving van fysiek lesgeven in een groep naar digitaal voor een groep veel kunstvakdocenten niet in de koude kleren is gaan zitten. Mirjam: “Velen hebben last van een gevoel van isolatie. Persoonlijk bijsturen en non-verbaal iets overbrengen is via een scherm erg moeilijk. Ze missen ook het lichtvoetige, gemoedelijke en soms chaotische en verrassende van het fysiek lesgeven. Het kabbelende werkgeluid van een klas die helemaal opgaat in een teken- of schilderles bijvoorbeeld.”
Robin knikt in zijn Zoom-venster instemmend en stipt als hij het woord neemt nog een ander cruciaal aspect aan: het verschil tussen maken en meemaken. Meemaken is in de groep staan en invloed uitoefenen, stelt hij. “Neem dramalessen. Door tussenkomst van een scherm wordt er een soort filter gecreëerd. Maar bij theatermaken gaat het juist om het doorbréken van filters. Om interactie, het vangen van energie en inspelen op wat zich in je perifere zicht afspeelt. Een digitale theaterles is niet onmógelijk. Het wordt alleen een monoloog in plaats van een dialoog.”
Naast frustratie en gemis maakt ‘het nieuwe onderwijzen’ gelukkig ook een zekere strijdvaardigheid in de docenten los, ondervindt Mirjam: “Ik zie een verhoogde mate van reflectie. Met name tijdens de zomervakantie is het echt gaan broeien bij ze. Ze zien zich namelijk geconfronteerd met en teruggeworpen op de kern van hun professie. Veel docenten hervonden juist door het digitale lesgeven het vuur weer. Herontdekten waarom ze doen wat ze doen.” Toch is het in de chaos die ontstaat bij hybride lesgeven moeilijk om die strijdlust vast te houden. Robin: “Wij willen ze helpen om het broeien vast te grijpen, er tijd voor te maken en er richting aan te geven. Om zo - juist nu - te focussen op wat belangrijk voor ze is.” Op dit moment worden hiertoe al stappen gezet. Kunstloc Brabant en de Master Kunsteducatie van Fontys werken in november namelijk samen in een experimenteel project waarbij vijf Brabantse kunstvakdocenten onderzoeken welke invloed de pandemie heeft op hun professie. De studie is onderdeel van het doctoraatstraject van Mirjam bij ARIA (Antwerp Research Institute for the Arts).
De universiteit van het niet-weten
“Het onderwijs is in deze tweede lockdown een van de weinige plekken waar mensen elkaar kunnen ontmoeten,” stelt Mirjam. “Dat past helemaal bij het idee van de school als agora en ontmoetingsplaats. Als vrijplaats om je eigen denken te scherpen aan het denken van de ander. Tegelijkertijd zie je een toenemende en ingekaderde focus op efficiency, vernieuwingen en de toekomst. Belangrijke zaken. Toch ligt de echte uitdaging in mijn optiek bij de vraag: hoe verhouden we ons tot het nú? Je ziet in het onderwijs een sterke drang om naar voren te kijken. Oplossingen te bedenken voor problemen. Maar wat je oplost verdwijnt! En dat is niet altijd goed. Soms leer je meer als je het even níet weet. Als er even geen oplossing is en je je verdwaald voelt. Ik zie cultuureducatie als een universiteit van het niet-weten.” Daarmee bedoelt ze overigens niet dat de lesstof onbelangrijk is. Het is juist goed om je te verhouden tot een bron, zoals een boek of theaterstuk, vindt Mirjam. Dergelijke bronnen zijn volgens haar mooie middelen die een startpunt markeren. “Niet-weten is vooral accepteren dat je niet weet of je het nou wel of niet goed doet. Wat mij betreft mogen onderwijzers en kunstvakdocenten dat omarmen nu.”
Ook Robin gaat aan op de kracht van het ongewisse: “Niet-weten is interessant, daar moeten we over hebben. De wereld staat deels stil dus ook het onderwijs mag stilstaan bij wat ze mee willen nemen en achter willen laten. Natuurlijk is er lesstof, focus en ambitie nodig! Wat ik wil benadrukken is dat er op dit moment voortdurend van alles verandert en dat er dus een kans ligt om te definiëren hoe het cultuuronderwijs in het nu staat.”
Wat te doen in het nu?
Tot zover een vurig, bijna existentieel pleidooi van twee cultuureducatie-profs voor reflectie en een spreekwoordelijke pas op de plaats. Hoe pakken de scholen de bal eigenlijk op? Wisselend, ervaart Robin. “De voorbije maanden stonden in het teken van het zo efficiënt mogelijk maken van schoolse ontmoetingen, digitaal én fysiek. Met als afbreukrisico dat juist reflectie en verrassing op het laatste plan zijn komen te staan.”
“Het onderwijs heeft nu meer werkvormen dan ooit. Daar ben ik écht positief over, laat ik dat vooropstellen,” vult Mirjam aan. “Tegelijkertijd is duidelijker dan ooit dat fysiek onderwijs onmisbaar is. Technisch ziet het er allemaal goed uit hè. De dashboards en conference calls werken en zijn gestroomlijnd. Maar de kwetsbare kracht van de fysieke ontmoeting krijg je niet gedigitaliseerd.”
Wat is er digitaal dan wél mogelijk? Best veel, denken de twee. Robin: “Dat je ook digitaal kunt zeggen ‘ik zie je’. Hoe krachtig is dat?” Mirjam denkt zelfs dat cultuureducatie hierin een belangrijke rol kan spelen. “Júist in de context van cultuuronderwijs is er volop ruimte om gezien te worden, ook dwars door het scherm heen. En als we elkaar dan wél fysiek kunnen ontmoeten, zijn deze ontmoetingen intenser van aard. Dan zijn we samen in het moment. Echt in het ‘nu’.”
Drieluik lang leve de vragenstellers
De drieluik is onderdeel van de campagne 'Lang leve de vragenstellers'. Want voor de ontwikkeling van een nieuwsgierige houding bij kinderen en jongeren is cultuureducatie essentieel. Het daagt hen uit om open vragen te stellen. Om hun verwondering en verbeelding in te zetten. Kunstloc zit haar expertise en netwerk in om cultuureducatie nog sterker te verankeren binnen Brabantse scholen en onderwijsinstellingen.