Terugblik door Netty van Kamp
Het was een zonovergoten dag op 18 april in de Maashorst. Tegen het middaguur druppelden de bezoekers langzaam binnen op het terras van B&B De Maashorst in Nistelrode. Na een heerlijke streeklunch vertelden Krijn en Cathelijne (KCCM) uitgebreid hoe de kunstwerken tot stand zijn gekomen, welke waardevolle contacten zij opgedaan hebben in de streek en hoe PadenBanen uiteindelijk samen met imkers, schaapsherders en natuurbeheerders is ontwikkeld. ARTIS-hoogleraar Cultuur Landschap en Natuur aan de Universiteit van Amsterdam, Erik de Jong, nam vervolgens het stokje over en onderhield het gezelschap op filosofische wijze over de veranderende verhouding tussen de mens en het landschap. Animator Jelle van Meerendonk liet zien hoe hij zich heeft laten inspireren door PadenBanen in twee humoristische filmpjes in de app Brabant Vertelt, die de bezoeker wegwijs maakt in de Maashorst.
Landschap van allure
Daarna was het hoog tijd het gebied in te gaan. Maar niet voordat twee prachtige herdersjassen, ontworpen door KCCM, overgedragen werden aan de schaapsherders van het Nabbegat, Wim en Joke Jans. Getooid in deze bijzondere outfits werd gezamenlijk de schaapskudde van het Nabbegat opgehaald en zo trok het gezelschap langs een aantal dreven om onderdelen van het kunstproject PadenBanen te bezoeken. Er werd een levendige discussie tussen publiek en gebruikers gevoerd over inheemse bijen en het vergroten van biodiversiteit bij de boomkransen. En over de veelbesproken aanwezigheid van de wisent bij het wisenthek.
De Maashorst is te uitgestrekt om alle 8 begin- en eindpunten van de dreven te bezoeken waar onderdelen van het kunstproject geplaatst zijn als herkenningspunten. Maar desondanks kreeg het gezelschap een goede indruk en keerden we, dorstig, wat stoffig, maar voldaan aan het eind van de middag weer terug in Nistelrode.
We kijken terug op een waardevolle Veldwerkdag in een prachtig landschap van allure, verrijkt met kunstwerken die cultuurhistorische waarden van het gebied verbeelden en oude verbindingen zichtbaar maken. Ze markeren niet alleen locaties die de bezoeker een houvast bieden in het veranderende landschap, maar leiden ook tot het ontstaan van nieuwe rituelen en gebruiken.
Paden Banen is een kunstproject van KCCM in opdracht van Stichting Maashort in Uitvoering en onderdeel van het investeringsprogramma Landschappen van Allure van de Provincie Noord-Brabant. Het kunstproject werd begeleid door Kunstloc Brabant.
Reflectie door Ed van Hinte
De gehele dag was schrijver en publicist Ed van Hinte aanwezig om te luisteren en te observeren. Zijn reflectie is hieronder te lezen en wordt tevens opgenomen in de publicatie PadenBanen die in het najaar 2019 verschijnt.
Natuurmakers
Er leven wisenten ergens op een veld in Brabant met zat eetbare planten. Meer hoeven ze niet te weten. Dan wordt in hun omgeving een groep mensen losgelaten. Dat lijkt een flinke ingreep, maar wisenten staan daar niet zo bij stil. Omgekeerd is dat anders. Mensen hebben de neiging de verhouding tussen zichzelf en niet alleen die hele grote holhoornige grazers, maar de hele omgeving waarin ze leven te beredeneren. Desnoods komt de hele planeet aan bod, met de Melkweg en nog veel verder. Homo sapiens geeft veelvuldig uitdrukking aan zijn inzichten, in kleuterkrabbels, verhalen, kranten, kunst, babbelmedia, televisieprogramma’s en landschapsontwikkeling. De Maashorst zet je aan het denken over onze plaats daarin.
In de geschiedenis van dit Brabantse gebied kom je allerlei voorbeelden tegen van de bewustwording van mensen dat ze stuk voor stuk personen zijn in een omgeving. Onze voorouders hebben dat niet altijd zo gezien. Filosoof Petran Kockelkoren toont dat aan in zijn boek ‘Ganesha in Silicon Valley; de macht van de mythe op het wereldtoneel’. Het is niet makkelijk voorstelbaar, maar mensen waren vroeger niet doordrongen van hun ‘ik’, misschien net als de wisenten van nu. ‘Omgeving’ is ooit een volslagen vanzelfsprekend deel van het bewustzijn geweest. Je dacht er niet speciaal over na, maar zocht er bijvoorbeeld intuïtief naar dingen die je kon eten of je vond er plekken waar je kon uitrusten, op de bonnefooi. ‘Ikzelf’ kwam stomweg niet in je op als deel van een besef van je eigen personage in de ruimte waarin je leefde.
Dat werd anders. In de Renaissance ontstond, in samenhang met de groei van landbouw, de uitvinding van het perspectief in de kunst en daarmee de ontdekking van landschap, een zekere afstand tussen het ik en de buitenwereld. Karel V had dat vast in de gaten met ‘In mijn rijk gaat de zon nooit onder’. Vanaf die jaren moet het begrip ‘natuur’ geleidelijk op drift zijn geraakt. Het werd een gegeven buiten jezelf. Het woord ‘landschap’, dat in Nederland is ontstaan, stond oorspronkelijk voor een afbeelding aan de wand, binnenshuis. Het plaatje hoefde ook niet te kloppen met de werkelijkheid. Het ging om de esthetische compositie van het beeld.
In de achttiende eeuw gingen kunstenaars land inrichten zodat het zo mooi werd als maar kon. Beroemd is de Engelse landschapsarchitect Lancelot ‘Capability’ Brown die erin slaagde met zijn prachtige parken en tuinen de natuurlijke werkelijkheid in pracht ver te overtreffen. Het landgoed Blenheim, waar Winston Churchill opgroeide, is een schitterend voorbeeld. Natuur was daarmee maakbaar geworden: een dijk van een paradox, waarmee mensen zich hebben opgezadeld. De metafoor ‘opgezadeld’ is een illustratie van diezelfde paradox: de vervaardiging van een onnatuurlijk vervoermiddel uit een door de natuur voortgebracht dier door er een comfortabele lederen zitting op te singelen. De natuur bedwongen door een natuurlijk wezen met behulp van een uit natuurlijke materialen vervaardigd artefact.
De Maashorst heeft die hele geschiedenis mee moeten maken. Vanaf het einde van de laatste ijstijd, ongeveer 12 duizend jaar terug, was het gebied helemaal bos, met onder veel meer herten, beren, vossen en ander volk. Dat bleef een tijd zo toen de eerste mensen kwamen en zelfs nog toen zij gewassen gingen verbouwen. Maar, zoals dat altijd gaat, landbouw dijde uit en op een zeker moment was er geen ruimte meer voor bomen. Vooral bomen belichamen volgens een enquête van Natuurmonumenten natuurwaardering. Na de tweede wereldoorlog werd landbouw in hoog tempo intensiever en trok ze zich terug in gebieden met kleigrond, die daarvoor beter geschikt waren. En waar landbouw verdwijnt ontstaan andere mogelijkheden, zoals ‘teruggeven aan de natuur’.
Dit overgangsproces is in de Maashorst nu een halve eeuw aan de gang en de route gaat niet over rozen. Het duurt lang omdat er geen sprake kan zijn van een plotselinge omslag, zoals bij de bouw van een station. Verandering moet groeien. Een gebied moet via het scheppen van voorwaarden letterlijk tot leven komen. Er gaat ook tijd overheen omdat het ingewikkeld is overeenstemming te bereiken over de precieze de bedoeling. Het is heel boeiend om te achterhalen welke maatstaven aan de orde zijn en tegen elkaar worden uitgespeeld.
Om te beginnen is het begrip ‘natuur’, zoals eerder al gesuggereerd, nogal onhandig. Natuur wordt nu vrijwel altijd gebruikt als iets buitenmenselijks, voor bomen, planten en levende knuffels (zoals dieren vaak worden gezien) om ons heen, met het redelijke maar meestal stilletjes omzeilde besef dat dit niet klopt. Als je erover begint in een gesprek vindt iedereen dat mensen onder het regime van de natuur vallen. Toch zit de taal zo in elkaar dat de natuur bijvoorbeeld iets is waar je in kunt – ‘we gaan vandaag lekker de natuur in’, alsof je er ook weer uit zou kunnen. Maar wij mensen horen erbij, vallen eronder, doen eraan mee, en zitten er altijd in, net als virussen, mineralen, planeten en melkwegstelsels. Dat weten we, maar we negeren liever dat we, net als platwormen, dieren zijn, zoals bioloog-schrijver Dick Hillenius (1927-1987) graag aangaf. We hebben net als alle diersoorten speciale vaardigheden en eigenschappen. Bij ons draait alles om lichaamsbeheersing, intelligentie, het vermogen geraffineerde hulpmiddelen te maken en de neiging tot zelfoverschatting. Die zetten we allemaal in, om onze omgeving naar onze hand te zetten. We kunnen zeehonden helpen en we kunnen herten afschieten. We kunnen komkommers telen en we kunnen grasmaaien. We kunnen zelfs biologische eigenschappen veranderen, inclusief die van onszelf. Kunnen en kiezen is moraal. Vroeg of laat ontstaan conflicten door verschil van opvattingen die niet te ijken zijn op absolute waarheden.
De verwarring begint bij het onderscheid dat steevast wordt gemaakt tussen natuur en cultuur. Eerst een betrekkelijk simpel voorbeeld: de aanleg van meertjes in de Maashorst om de natuur te laten herleven. Staatsbosbeheer wilde poelen graven, om meer levensvormen een kans te geven. Toen die klaar waren, liepen er twee vogelspotters langs. Ze waren wild enthousiast over de meertjes, met eilanden in het midden, voor broedende vogels. In werkelijkheid was de arm van de shovel niet lang genoeg was om het midden van de poel uit te graven. De broedgelegenheid was een ongelukje.
Het wordt echt ingewikkeld als de natuur er bewust bij wordt gehaald. Cúltuur is dan wat mensen doen, het menselijk ingrijpen. Nátuur staat voor alles waaraan geen mensen te pas komen. Volgens de opvattingen van degenen die ‘nieuwe natuur’ voorstaan is de afwezigheid van menselijke interventies essentieel, liefst met een soort terugkeer naar het stadium voorafgaand aan Eva en Adam. Nieuwe natuur heeft bij Landschappen van Allure, het project waaronder de Maashorst valt, ‘criteria’, een term waarbij je niet meteen denkt aan iets de vrije loop gunnen. Daar komt ijkgedoe om de hoek kijken. Van de vier criteria hebben er drie met menselijk ingrijpen te maken: ‘betrokkenheid van partijen’, ‘verdienmodellen’, en ‘innovatieve ‘concepten’. Hoezo ongerept? De vierde eis wil dat daarnaast het project bijdraagt aan ‘versterking van het landschap’. En landschap is toch echt een mensending. Blijkbaar valt natuur toch onder cultuur en dat druist in tegen de eerdere vaststelling dat mensen natuurlijk zijn. Natuur is een wespennest.
De methode om gereptheid ongedaan te maken komt dan neer op het aanleggen van begincondities in de hoop dat na verloop van tijd de correcte ongereptheid greep op het landschap krijgt. Dan komt het erop aan uitgangspunten te kiezen die voldoende draagvlak genieten. Het laten ontstaan van een natuurlijk landschap is een politiek proces. Kenmerkend daarvoor is dat er geen einde aan zit. De werkelijkheid verandert en opvattingen veranderen mee. Biodiversiteit is nu een belangrijke waarde en dat is niet omdat natuur dat afdwingt, maar omdat mensen gaan inzien dat ze ervan afhankelijk zijn.
In hoeverre moeder natuur echt mag doen waar ze zin in heeft, is niet in graniet uitgehouwen. De discussies en acties rond de dood van dieren in de Oostvaardersplassen is bekend. Moet je herten bijvoederen? Sommigen zeggen van niet, omdat het niet natuurlijk is. Anderen zeggen van wel omdat het gemeen is ze te laten verhongeren. Er zijn er ook die vinden dat het hele gebied weer onder water moet, want het is gecreëerd door mensen.
Soms is de natuur ook gevaarlijk. In de Maashorst is in 2016 een boswachter in zijn bil gebeten door een wisent. Een tauros, ook een grote grazer, viel 17 maart 2019 twee toeristen aan. Een kleine maand later viel een Belg die afval aan het dumpen was, een boswachter aan. Zulke dingen leiden tot discussie: is het OK om dier en mens in hetzelfde gebied toe te laten, of moet ze elkaar gewoon beter leren begrijpen?
En wat voor dieren en planten vallen onder natuur in, bijvoorbeeld, de Maashorst. Je kunt oordelen op basis van een idee van origineel. Wisenten zijn hier misschien nooit geweest, maar ze eten wel precies de goede gewassen. In de Veluwe woont nu officieel een wolvenpaar, maar de vraag is of dat klopt met wat zich daar verder aan leven afspeelt. Want ecologie beperkt zich niet tot zichtbare dieren en planten. Van de cellen die een mens definiëren is meer dan de helft niet lichaamseigen. Fascinerend: de hoeveelheid eencellige organismen in de oceanen wordt geschat op een massa ter grootte van 240 miljard Afrikaanse olifanten. En met zijn allen verknoeien ze minder biosfeer dan die paar miljard mensen, omdat dat de enige diersoort is die verreweg het grootste deel van zijn stofwisseling aan de buitenwereld heeft uitbesteed.
Maar laten we niet vergeten dat ongereptheid economische waarde vertegenwoordigt. Natuur is educatief en hier duikt ook de term ‘natuurbeleving’ op. Landschap is aantrekkelijk en levert geld op. Wat zich in natuur afspeelt doet dat ook. Niet iedereen weet dat een kudde schapen niet alleen wol levert en prachtig is om naar te kijken, maar ook werkt, als een maaimachine van dienst, voor gedefinieerde velden in bepaalde periodes. En dat je hem kunt inhuren. Bel een herder.
Bijen produceren was en honing en verzorgen de bevruchting van planten. Zoete zoemers hebben biodiversiteit een stuk hoger op de agenda gezet. Dat heeft mensen toegankelijk gemaakt voor het besef dat mensen veel meer schade aanrichten dan alleen opwarming van de biosfeer.
Zoals de Maashorst nu, met onvermijdelijke menselijke ingrepen, zijn weg vindt, laat het gebied, met alles wat zich daar afspeelt, ons zien wat wij voor dieren zijn. En dan zijn de werken van het kunstenaarsduo KCCM (Krijn Christiaansen en Cathelijne Montens) daarbij een geestige functionele illustratie. De speelkraal waar kinderen kunnen spelen en waar schapen worden geschoren laat mensen en dieren gezamenlijk in hun waarde. Wegwijzers, waarvan de borden aluminium afgietsels zijn van beletterde rasters van was. Het passende letterontwerp van Koos Breen suggereert langdurig bestaan. De bijen hebben er dan ook aardig wat werk aan gehad. De ontwerper heeft de contouren van de letters in de bijenraat aangegeven en de bijen hebben, zonder dat ze het in de gaten hadden, de wasmodellen voor het metaalgieten gebouwd. Als mensen willen weten hoe het voelt om wisent te zijn, staat een wisentmasker opgesteld, waar je van binnenuit doorheen kunt kijken. In het wisentgebied had KCCM een mensenmasker kunnen plaatsen voor een vergelijkbare ervaring voor wisenten. Maar die hebben daar niks mee.
Meer weten over Paden Banen?
Neem contact met mij op.