Zoek bijvoorbeeld naar een activiteit of pagina

Digitale transformatie is een middel om jouw culturele organisatie of beroepspraktijk toekomstbestendig te maken. Het helpt jou en je collega’s om mee te bewegen met het publiek van de toekomst én hun veranderende wereld. Maar hoe doe je dat? En waar begin je? 

Kunstloc ging in gesprek met een aantal pioniers op het gebied van digitale transformatie. Welke projecten initiëren zij? Welke ontwikkelingen signaleren zij in het kunstenveld. En waaraan is behoefte bij het verduurzamen van nieuwe initiatieven? Voor dit artikel gingen adviseurs Marlijn Gelsing en Bas Veldhuizen in gesprek met beeldend kunstenaar Matthijs Bosman.

Kunstenaar Matthijs Bosman en de digitale transformatie

De kunstpraktijk van beeldend kunstenaar Matthijs Bosman (Eindhoven, 1976) wordt gedreven door ongebruikelijk redeneren, de waarde van een romantische blik, eerlijke bevlogenheid en glorieus durven falen. Deze manier van denken resulteert in diverse kunstprojecten, maar ook in het geven van lezingen en het bieden van ondersteuning aan bedrijven bij het vormen van onverwachte strategieën en concepten. Daarnaast is Bosman Artistic Researcher bij het lectoraat Designing Journalism van Fontys University of Applied Sciences, gevestigd in MindLabs in Tilburg. Het lectoraat bestaat uit AI-experts, journalistieke onderzoekers, kunstenaars en ontwerpers. Zij geven actief vorm aan de toekomst van de journalistiek en nodigen iedereen uit om deel te nemen aan die ontdekkingsreis.

De invloed van AI op kunst en journalistiek

Matthijs: We spreken de komende tijd met mensen die digitalisering voortvarend toepassen in hun praktijk of in hun organisatie. We zijn benieuwd naar wat jij ons op dit gebied kunt vertellen. Nu in de tentoonstelling Ontwerpen aan de Journalistiek in samenwerking met het lectoraat, maar ook in eerdere projecten heb je uiteenlopende digitale middelen ingezet. Waar heb je als maker bij de ontwikkeling van je digitale praktijk het meest behoefte aan? Naast geld wellicht. Nou, er is ook wel iets anders dan geld te bedenken hoor. Om te beginnen vind ik niet dat ik een praktijk heb die gericht is op digitaal werk. Ik gebruik digitale middelen wanneer ik die nodig heb. AI begint natuurlijk ook bij mij met Chat GPT een grotere rol te spelen. Hoewel ik die teksten nog steeds van een teleurstellend niveau vind, overigens. In het onderwijs wordt wel eens geklaagd dat je ze niet zou kunnen ontdekken, de teksten die Chat GPT genereert, maar ik zie het echt meteen. Het heeft een heel typisch taalgebruik en, erger nog, het mist elke diepgang en creativiteit. Dat neemt niet weg dat ik wel eens pingpong met Chat GPT over bijvoorbeeld een titel of een ondertitel. Of over een bepaalde sfeer. 

"Chat GPT heeft een heel typisch taalgebruik en, erger nog, het mist elke diepgang en elke creativiteit." Matthijs Bosman, beeldend kunstenaar

Marlijn: Hoe zou je jouw gebruik van AI, zoals ChatGPT, typeren?

Matthijs: Ik zie het als elk ander stuk gereedschap. Maar ik maak niet per definitie digitaal werk. Ik beperk me niet tot de digitale cultuur. Ik zoek dat domein wel op. Maar niet zoals Roos Groothuizen bijvoorbeeld, een kunstenaar uit Rotterdam die zich hierin echt onderscheidt. Zij is de kunstenaar die volledig in die wereld van de digitale cultuur is gedoken. AI is voor mij hetzelfde als hout. 

Bas: In ons vorige gesprek zei je over AI: je kunt je kop intrekken en dan maar hopen dat het overwaait, maar niets wijst erop dat dat gaat gebeuren. 

Marlijn: Ja, omarm het, en vind een manier waarop je ermee kunt werken. Wat ik bij MindLabs interessant vind, is dat ik met zoveel verschillende instituten tegelijk kan samenwerken. Ik kijk hier echt mijn ogen uit! Als ik het dan toch over geld moet hebben: de culturele budgetten vallen in het niet bij wat er bij de lectoraten financieel mogelijk is. We proberen de wereld een beetje te behoeden voor een al te angstige en krampachtige houding ten opzichte van vooruitgang. Bij mij gaan nog steeds mijn ogen glinsteren: binnen nu en 5 jaar hebben wij geen nieuwslezers meer van vlees en bloed.

Bas: Hoe kijken studenten aan tegen AI? Zijn ze zich bewust hoe het hun toekomst kan beïnvloeden?

Matthijs: Laatst vertelde een student dat hij stemacteur wilde worden. Ik zei: “nou, dat lijkt me niet zo'n goed idee, die hebben we over een jaar of 5 echt niet meer nodig.” Maar misschien word je juist de brug tussen de mensen die een voice-over nodig hebben en de mensen die hem met AI maken. Als jij je nu kan specialiseren en een goede stemacteur wordt, en je verdiept in alles wat het vak met zich meebrengt, dan kun jij straks juist een hele goede prompter worden. Dan heb je als acteur straks 85 stemmen in plaats van één stem ter beschikking. Trek het naar je toe, benut het! 

Bas: Je leert ze dus dat ze gebruik kunnen maken van AI en er geen angst voor moeten hebben.

Matthijs: Ja precies, je doet alleen ook een beroep op andere kwaliteiten. Je bent niet alleen maker. Ook verbinder en procesmanager. Samenwerken is een vak. We maakten bij Mindlabs kennis met Het Verbond uit Amsterdam. Zij profileren zich als ontwerpers van sociale interventies. Het is een hele creatieve club van innovatieve procesmanagers. De initiatiefnemer heet Mayra Kapteins. Zij benaderen een probleem vanuit de alliantie die je nodig hebt om het op te lossen. Dat vind ik geniaal. 

Bas: Wat hield die verbinding met Het Verbond precies in?

Matthijs: Ik kwam hen tegen op de Dutch Design Week (DDW) waar ze spraken over de virtuele huisarts waar ze in opdracht van de gemeente Amsterdam aan werken. Ze deelden hun bevindingen over de avatar die ze daarvoor ontwikkelen. Ik vroeg hoe ze verder zouden gaan met hun onderzoek, maar dat wisten ze nog niet. Ik zei: nou wij ook niet, maar we kunnen samen eens gaan kijken. Ze raakten verbonden aan het onderzoek naar virtuele nieuwslezers. Breda University of Applied Sciences (BUAS) is er ook bij aangehaakt. Samen kijken we met veel interesse naar bijvoorbeeld Channel 1 uitzendingen waarin avatars het nieuws lezen. Dat is soms echt mindblowing. 

Marlijn: En hoe is AI verwerkt in de tentoonstelling Ontwerpen aan de journalistiek? 

Matthijs: In de tentoonstelling komt een project aan de orde dat ‘het beelddepot’ heet. Het beelddepot zet zich nu in voor de verpleging en heeft dat eerder gedaan voor dak- en thuislozen. Het woord ‘zwerver’ is al bijna uit ons vocabulaire verdwenen. Maar als iemand een artikel schrijft over een dak- en thuisloze, en daar via Google Image Search een afbeelding bij zoekt, dan vind je 9 van de 10 keer foto’s van een dronken man met een halve liter bier op een parkbankje met verwaarloosde kleding. 

Marlijn: Dat is wel een heel erg clichébeeld ja… 

Matthijs: Inderdaad, het is sterk stigmatiserend. In de media heeft dat grote impact omdat het negatieve associaties in stand houdt. Het stigma is: iedere dak- en thuisloze heeft een drank- of drugsverslaving en dat is de reden waarom ze op straat zijn beland. Maar er zijn natuurlijk veel meer redenen. Daarom heeft Het Bouwdepot – een samenwerking tussen ontwerpers, onderzoekers, stichting Zwerfjongeren Nederland, thuisloze jongeren en hun begeleiders – hedendaagse fotografen gevraagd daar nieuwe beelden voor te bedenken. Zij hebben nieuwe beelden van dak- en thuislozen gemaakt. Op het moment dat je besluit te breken met de conventie, merk je dat je een menselijke fotograaf nodig hebt. Of je moet iemand hebben die beschikt over het vermogen om zo exceptioneel goed visueel te denken, dat hij zich meteen een meisje met een rolkoffertje met een mobiele telefoon op een parkbankje voor kan stellen. Zodat die dat beeld met één prompt kan oproepen. Ik denk niet dat dat kan. Je hebt een fotograaf nodig die dat waarneemt. 

Bas: Wat vind je van hoe AI omgaat met de rechten van die fotograaf? En hoe regel jij in de samenwerkingen die je aangaat met scholen en bedrijven het intellectueel eigendom? 

Matthijs: Af en toe vind ik het wel heel brutaal, hoe er totaal overheen gekeken wordt. Hup een Van Gogh-je van het net, het maakt allemaal niet uit. Daar erger ik me wel eens aan. Je kunt hele gekke dingen pattenteren, maar je hebt ook veel dingen die je niet kan patenteren. Dingen die je uit bestaande onderdelen bouwt bijvoorbeeld. Over intellectueel eigendom moet je niet te hard schreeuwen, vind ik, want je staat wel op de schouders van iedereen voor jou. Je wordt ingehaald als je je hakken diep in het zand zet. Veel basale klussen waar creatieve mensen nu hun brood mee verdienen, worden over 10 jaar niet meer door ons gedaan. Ik denk niet dat dat erg is. Wij kunnen veel betere dingen doen. 

Marlijn: Ik heb er bij AI problemen mee hoe ondoorzichtig die trainingsmodellen zijn. Wat er wordt geproduceerd, of het nou een beeld of een geluid of een woord is, is niet meer te herleiden is naar de originele maker. Terwijl trainingsmodellen volgestopt zijn met auteursrechtelijk beschermd werk.

"We hebben het over de AI als Black box, de zwarte doos waarvan je niet weet wat erin gestopt wordt. Dat is met kunstenaars net zo: elke maker is een black box." Matthijs Bosman, beeldend kunstenaar

Matthijs: Elke kunstenaar heeft weleens meegemaakt dat hij met een werk bezig is, dat al blijkt te bestaan. Er is iets als een tijdgeest en collectief bewustzijn. Er komen tegelijkertijd dingen tot stand. Ik heb dat een beetje geaccepteerd. We hebben het over de AI als Black box, de zwarte doos waarvan je niet weet wat erin gestopt wordt. Dat is met kunstenaars net zo: elke maker is een black box.

Kunst en digitalisering in de klas

Bas: Je geeft ook les aan studenten van de Fontys. Hoe steek je je lessen in en welke rol speelt digitalisering daarbij? 

Matthijs: Vanuit mijn werk als kunstenaar zoek ik altijd contact met jonge makers en met studenten. Nu ik werk met het lectoraat van Fontys Journalistiek merk ik dat ik het heel erg leuk vind om aan bijvoorbeeld een IT-student les te geven. Zelfs leuker dan aan een kunststudent. Omdat ik in die samenwerking de connectie tussen kunst en digitalisering tot stand zie komen en ik in dat proces gaandeweg ontdek waar kunst nuttig kan zijn. Het leidt tot een manier van samenwerken waar ik zelf van leer en waar de student tegelijkertijd ook van leert. Onze ontwikkeling gaat hand in hand. 

Bas: Staan IT-studenten er wel open voor om les te krijgen van een kunstenaar? 

Matthijs: De kunst dient in die samenwerking met studenten vooral als narratief van de innovatie waaraan wordt gewerkt. Heel vaak is de gebruikerskant helemaal geen vraag voor een innovator, en wordt de vraag: wat heb ik hieraan als gebruiker, niet gesteld. De focus ligt op het maken van een goed product. Maar die vraag is wel relevant om te stellen. Ik probeer met studenten al heel vroeg in het proces onder woorden te brengen waarom iets nuttig is. De vraag die je aan de orde stelt is in wezen heel eenvoudig, maar fundamenteel. Wat heb ik hieraan in mijn leven?  

"Heel vaak is de gebruikerskant helemaal geen vraag voor een innovator, en wordt de vraag: wat heb ik hieraan als gebruiker, niet gesteld. De focus ligt op het maken van een goed product." Matthijs Bosman, beeldend kunstenaar

Marlijn: Je stelt bij de productinnovator de vragen aan de orde die een kunstenaar zich van nature stelt?

Matthijs: Ja, sommige kunstenaars stellen zich die vraag. Er zijn er ook die het heel terecht niet doen. Fijn dat er mensen zijn die dat niet doen en die dat werk ook blijven maken. Die vertegenwoordigen een eigen richting, een stroming in ons vakgebied die heel waardevol is.

Marlijn: Veel kunstenaars die zich op het grensvlak tussen kunst en technologie begeven, plaatsen wat ze doen heel nadrukkelijk in een maatschappelijke context. Ik kom tenminste steeds meer kunstenaars tegen die dat doen en die dat ook uitdragen.

Matthijs: Ja, ik denk dat veel kunstenaars het prettig vinden – en ik weet dat er mensen zijn die walgen van die term – om enige maatschappelijke relevantie te hebben. Dat geldt in ieder geval wel voor mij. Ik zie grote uitdagingen en daar kan ik kunst bij benutten. Omdat het als kunstenaar je vak is om originele gedachtes te formuleren. Je bent bezig met nieuw gedachtegoed. En daarmee ben je in staat alternatieven aan te bieden voor al die platgetreden paden die mensen anders blijven bewandelen. 

Bas: Hoe ziet zo’n les van jou er dan bijvoorbeeld uit? Hoe stimuleer je de studenten?

Matthijs: Ik heb kortgeleden opdracht gegeven aan een groep studenten van Bouwkunde. Zij deden een minor bij Avans onder de naam: Emerging Technology Playground. Ik werkte met studenten van technische bedrijfskunde, communicatie en design, ICT en engineering; studenten die allerlei vakken volgen, behalve kunst. Hen heb ik een vraag gesteld: je kunt tegenwoordig op urban data platforms de meetresultaten van allerlei dingen vinden. Bijvoorbeeld luchtvervuiling, geluidsoverlast, veiligheid, criminaliteit, etc. Dat komt voort uit Citizen Science: mensen die met eigen kitjes dingen meten vanaf hun balkon. Maar geen van die dingen vertelt mij hoe mensen zich voelen. Terwijl mensen toch zelf sensoren zijn. Ik vroeg de studenten: hoe kunnen we een techniek ontwikkelen waarmee we dat gaan meten? Kunnen jullie dat ook maken? Uiteindelijk hebben ze geweldige dingen gemaakt! Met z’n vijven hebben ze een prototype gemaakt met budget dat ik uit De Openbaring Ruimte kon geven.

Bas: Wat is dat precies, De Openbaring Ruimte? En wie financiert dat project? Wie is opdrachtgever?

Matthijs: Ik was zelf de opdrachtgever. Ik heb voor het project OpRui, dat staat voor het Instituut Openbaring Ruimte, vorig jaar de fondsen geworven. Dat heeft ertoe geleid dat ik voor twee jaar geld beschikbaar heb om dit soort opdrachten te kunnen financieren. Ik zou de komende tijd ook nog met Roos Groothuizen willen werken. Maar ik ga eerst een samenwerking aan met Birthe Leemeijer die het project ook heel goed in haar eigen proces kan gebruiken. 

Bas: Dat klinkt goed! Maar hoe gaat het precies in z’n werk?

Matthijs: Ik stel per opdracht een werkbudget van 1.500 tot 2.000 euro beschikbaar voor studenten om zich te manifesteren in de openbare ruimte. Vaak lenen zij in een opdrachtsituatie op school spullen om een werkstuk of een prototype te kunnen bouwen. Als het klaar en beoordeeld is, wordt het weer gedemonteerd. Ik kan nu zeggen: niet lenen, want we willen het prottype kunnen hergebruiken en tentoonstellen. Dus geef ik ze het geld om de componenten te kopen. Dan is dat ding van ons en kunnen we het presenteren waar we willen: in het gemeentehuis, bij Avans, tijdens de Dataweek in Den Bosch. Later kunnen we het naar een conferentie brengen, zo rolt het project verder.

Marlijn: Waarom vind je het zo belangrijk om dit soort projecten en de producten die daaruit voortkomen tentoon te stellen? Is het doel om het prototype uiteindelijk door te ontwikkelen?

Matthijs: Ik vind het heel belangrijk om de resultaten tentoon te stellen omdat we dan reacties krijgen van mensen. Maar daarna houdt het wel een beetje op, qua bemensing. Het doel is in ieder geval niet om er een verkoopbaar product van te maken. Het leertraject is het belangrijkst. Misschien is het een cliché, maar de reis naar het ontwerp en de reis naar het prototype is het belangrijkste. 

"Misschien is het een cliché, maar de reis naar het ontwerp en de reis naar het prototype is het belangrijkste." Matthijs Bosman, beeldend kunstenaar

Kennisdeling en toekomstige samenwerkingen

Bas: Hoe houd je de kennis vast? De expertise die je zelf gaandeweg opdoet, die neem je natuurlijk mee naar het volgende project. Maar de expertise en de ervaringen van de mensen met wie je werkt, de studenten of andere professionals waarmee je samenwerkt of die je inhuurt, die moet je loslaten. 

Matthijs: Dat is feitelijk in elke onderwijssituatie zo. En in elke presentatie-instelling waar kunst tentoongesteld wordt is dat eigenlijk ook zo. Het is bijna een soort lectoraatje wat je om je heen vormt, en je hoopt daar zelf steeds beter van te worden. 

Bas: Wat gaat er in die processen goed en wat zou je nog willen verbeteren? 

Matthijs: Wat goed gaat is de dagelijkse gang van zaken: de omgang met studenten, het motiveren, de lol. De studenten leveren. Ik zie iedere keer weer de bevestiging dat dit de goede weg is. Wat we doen is echt de moeite waard. Wat moeilijk gaat is het stabiliseren en borgen van een contact met een school. Scholen willen dit allemaal. Maar er wijst altijd iemand naar een laag boven hem of haar, die zegt: we willen het heel graag, maar we zijn er nog niet klaar voor. Of: we kunnen financieel niet participeren. 

"Wat moeilijk gaat is het stabiliseren en borgen van een contact met een school." Matthijs Bosman, beeldend kunstenaar

Bas: Hoe ga je daarmee om? Wat doe je om ze toch te overtuigen?

Matthijs: Je moet het projectvoorstel helemaal voorkauwen, op een presenteerblaadje leggen, een sausje erbij doen voor de smaak en een pijl die wijst naar de oplossing ligt voor dat zogenaamde probleem, waardoor het volgens hen niet kan. We kunnen samen financiering zoeken. Dan doen jullie een beetje en ik doe een beetje. Dat gaat echt heel moeizaam om een school aan je te verbinden. Zo heb ik hemel en aarde moeten bewegen om drie intentieverklaringen voor mijn subsidieaanvragen op papier te krijgen. Iedereen wil wel, maar wijst naar anderen die er nog niet klaar voor zouden zijn.

Bas: Van wie heb je in het proces het meest geleerd? Of heb je goeie voorbeelden gezien van collega’s die succesvol zijn in deze trajecten?

Matthijs: Dat ligt in mijn geval heel dichtbij. Een deel van het project Ontwerpen aan de Journalistiek is ondergebracht bij de stichting van mijn vrouw. Die bouwt door het hele land jongeren-nieuwsredacties op. Zij bedacht een nieuwe vorm van mediaonderwijs waar steeds meer scholen bij aanhaken. Zie liep steeds een paar stappen voor mij uit in de samenwerking met het onderwijs en wist al welke fondsen daarin geïnteresseerd zijn. Fonds 21 bijvoorbeeld, dat zich op kunst in het mbo-onderwijs richt. 

Marlijn: Lopen jullie ook tegen dezelfde dingen aan?

Matthijs: Zeker! Zij merkte ook hoe ingewikkeld het is om een school aan je te binden. Al lukt het op den duur wel. Ik vind het toch gek dat scholen hier geen geld voor hebben. Ik heb het niet over het voortgezet onderwijs, hè? Ik heb het over het beroepsonderwijs. Dat geld is er wel. En als het er niet is, dan is het ergens te krijgen. Al is het maar om een beetje budget voor studenten te hebben. Ik zie in het onderwijs veel docenten op hun tandvlees lopen. Maar ik bezorg een docent niet meer werk, ik neem juist een stukje werk uit handen. Het fijne is: ik heb helemaal niks met de conventies in het reguliere onderwijs van doen. Ik kom binnen en ga iets heel tofs doen. Geloof me maar: dat is gaaf om een keer mee te maken! Ik kan vrij van alle regels heel snel schakelen. Een jukebox? Kopen, nu! App me maar, ik haal ‘m wel. Rijden! Daar worden docenten ook warm van. Oh ja, daarom doen we dit! 

Marlijn: Zijn er dingen waar je nog behoefte aan hebt tijdens het zoeken naar samenwerkingen?

Matthijs: Ik zoek het meest naar iemand die niet op hetzelfde punt staat als ik. Iemand die embedded is, daar zou ik heel veel aan kunnen hebben. Die de wereld in zo’n onderwijsinstituut goed kent en die daar wordt vertrouwd. Wiens vak het is om dit soort verbindingen te leggen en niet hoeft aan te bellen bij de voordeur, om ergens in die organisaties ‘de verbinding’ te zoeken. Die meteen weet met wie je moet praten. 

"Iemand die embedded is, daar zou ik heel veel aan kunnen hebben. Die de wereld in zo’n onderwijsinstituut goed kent en die daar wordt vertrouwd. Wiens vak het is om dit soort verbindingen te leggen en niet hoeft aan te bellen bij de voordeur, om ergens in die organisaties ‘de verbinding’ te zoeken." Matthijs Bosman, beeldend kunstenaar

Bas: Een soort makelaar dus. Heeft het onderwijs die taak niet zelf intern al belegd? Gezien het belang dat het onderwijs hecht aan het praktijkgericht werken met studenten aan maatschappelijke opgaven?

Matthijs: Dat is er ook wel! Heel veel onderwijsinstellingen hebben een praktijkbureau. Daarin zetten ze zo’n samenwerking of opdrachtsituatie met externe partijen op. Alleen verwacht een praktijkbureau maar heel weinig van een opdrachtgever. Te weinig, dat vind ik althans. Ik wil best een opdrachtgever zijn, maar ik gooi niet een idee over de schutting om 3 maanden later te komen kijken naar wat het is geworden. Ik wil dan ook de gelegenheid krijgen om mijn kennis te delen met de studenten, en andersom. Ik wil het ophalen en ik wil het geven. Veel praktijkbureaus zijn heel enthousiast, zoals bij het Koning Willem I College. Die omarmen die werkwijze helemaal, maar het kost veel tijd om intern voldoende medestanders te vinden. Als wat je wilt doen, niet in het geijkte patroon past, wordt het nou eenmaal moeilijker. Dat vaste stramien trekt naar mijn mening ook opdrachtgevers aan die verwachten dat ze op hun wenken worden bediend. De Bossche kunstacademie vraagt daarom nu gewoon een uurloon voor hun studenten. Zij worden gebeld door bedrijven die maar al te graag een opdracht verstrekken aan de creatieve mensen die daar rondlopen. Die kunnen voor ons wel even een daktuin ontwerpen. Ik snap dat ze daar een uurloon tegenover zetten. 

Bas: Nog even over digitalisering: hoe borg je uiteindelijk de kennis die je opdoet over digitalisering? En deel jij die kennis ook met andere makers of met instellingen? 

Matthijs: De kennis die ik opdoe, die borg ik door verslag te leggen van de projecten en door die in de openbare ruimte, online beschikbaar te stellen. Ik maak verslagen van wat er is gebeurd en waar je daar nog iets terug van kunt vinden. Binnen het lectoraat is wat ik doe in een onderzoeksmethodiek vastgelegd. Dat wordt uiteindelijk ergens geïmplementeerd, of als onderzoek gepubliceerd. Dan is het beschikbaar. De bedrijven waarmee ik werk zijn gewend om met formules, recepten en protocollen te werken. Wat ze doen en wat ze kunnen leveren, dat leggen ze vast. Daar kun je ze op aanspreken. In mijn kunstpraktijk volg ik nooit hetzelfde proces. Ik kan dat niet. En al zou ik het kunnen, dan wil ik het niet. Wel doe ik altijd onderzoek ter plaatse. Maar dat kan de ene keer zijn door te zeggen dat ik heel iemand anders ben, dan wie ik ben. En dat wordt al een act op zich. De andere keer werk ik heel analytisch, en interview ik mensen. Dan werk ik bijna bedrijfsmatig en loop ik ook in een pak rond met een laptop. Dan ga ik als een soort coach iedereen uithoren. Maar ik verander soms ook halverwege van rol. Die vrijheid heb ik nodig. En, heel eerlijk, veel dingen verdwijnen daardoor ook. Die blijven in mijzelf hangen en daar wordt de volgende opdracht weer mee aangescherpt. Maar dat is geen controleerbaar proces. In lezingen vertel ik daar wel over en kan ik mensen aan de hand van mijn projecten meenemen in mijn gedachtegang. Er is altijd wel iemand die door de verhalen die ik vertel en de beelden die ik laat zien wordt geraakt. Vooral de andere sprekers in het programma luisteren vaak heel goed naar wat je zegt. Mijn ervaring is dat daar altijd iets uit komt.

Digitale transformatie

We leven steeds digitaler. We ontmoeten elkaar online. Bekijken de wereld door onze telefoon. En alles is binnen handbereik. Bijna alle sectoren ontwikkelen door van fysiek naar digitaal. Of zoeken een hybride vorm. Dat noemen we digitale transformatie.

Voor Kunstloc Brabant is het van belang bij deze nieuwe ontwikkelingen de vinger aan de pols te houden. En ogen en oren open te zetten voor de vragen en andere signalen die ons in relatie tot de digitale transformatie uit het culturele veld bereiken. We hebben het immers over de toekomstbestendigheid van de culturele sector. 

In de loop van 2025 delen we best practices van Brabantse organisaties en makers. Hiermee geven we input aan een Brabantse leercommunity digitale transformatie. Daarin vinden instellingen en makers steun om gezamenlijk op te kunnen trekken en van elkaar te leren. 

Lees meer over digitale transformatie

Digitale transformatie

AI is hetzelfde als hout

Adviseurs Bas Veldhuizen en Marlijn Gelsing gingen in gesprek met beeldend kunstenaar Matthijs Bosman.

22 januari 2025
AI is hetzelfde als hout

Kunstenaar in de digitale wereld

Adviseur Marlijn Gelsing in gesprek met Marieke Verbiesen. Eén van de pioniers op het gebied van digitale transformatie.

23 december 2024
Kunstenaar in de digitale wereld

Verhalenvertellers in ontwikkeling

Adviseurs Marlijn Gelsing en Bas Veldhuizen gingen in gesprek met Witte Rook. Eén van de pioniers op het gebied van digitale transformatie.

20 december 2024
Verhalenvertellers in ontwikkeling

Bouwen aan toekomstmuziek

Adviseurs Marlijn Gelsing en Bas Veldhuizen gingen in gesprek met Effenaar. Eén van de pioniers op het gebied van digitale transformatie.

12 december 2024
Bouwen aan toekomstmuziek

Trainingen Digitale Transformatie in de cultuursector

Kunstloc Brabant biedt samen met DEN trainingen aan voor Brabantse culturele organisaties om verder te komen op gebied van digitale transformatie.

13 november 2024
Trainingen Digitale Transformatie in de cultuursector

Waarde van cultuur

De tweejaarlijkse onderzoeksmonitor over de staat van de culturele sector in Noord-Brabant voor het eerst online.

23 september 2024
Waarde van cultuur

Data en cijfers als ondersteuning én bewijs van het belang van kunst

Hoe komt gemeentelijk cultuurbeleid tot stand en hoe zetten ze daar data bij in?

25 juni 2024
Data en cijfers als ondersteuning én bewijs van het belang van kunst

Digitale Transformatie in de cultuursector

Nieuwe technologische ontwikkelingen geven makers en instellingen steeds meer tools. Wat zijn de laatste ontwikkelingen?

1 oktober 2023
Digitale Transformatie in de cultuursector

Stemming: Digitale technologie en cultuur

Artificial intelligence (AI) is nu beschikbaar en bereikbaar voor iedereen. Wat betekent dit voor makers en onze samenleving?

13 april 2023
Stemming: Digitale technologie en cultuur

Werken met Publieksdata

Samen met meerdere Brabantse culturele organisaties nemen we deel aan een landelijke pilot, en stimuleren we bewustwording, samenwerking en kennisdeling over het werken met publieksdata.

7 december 2022
Werken met Publieksdata

Digitale kunst en instellingen in Brabant

In Brabant zijn veel inspirerende plekken waar nieuwe digitale kunst samen met makers en samenwerkingspartners wordt ontwikkeld, getoond en bediscussieerd voor een groeiend publiek. Op deze pagina vind je een greep uit andere Brabantse instellingen en festivals op het gebied van digitale kunst.

1 september 2022
Digitale kunst en instellingen in Brabant

Digitale kunst en opleiding in Brabant

Wil je je (bij)scholen, wil je onderzoek doen? In het overzicht op deze pagina vind je de plekken in Brabant waar je terecht kunt met je vragen. Veel makers en mogelijkmakers van de toekomst krijgen hier hun opleiding.

1 september 2022
Digitale kunst en opleiding in Brabant

Digitale kunst en kennisinstellingen

Landelijk en internationaal zijn er een hoop inspirerende plekken waar nieuwe digitale kunst samen met makers en samenwerkingspartners wordt ontwikkeld, getoond en bediscussieerd voor een groeiend publiek. Een greep uit de instellingen en festivals buiten Brabant.

1 september 2022
Digitale kunst en kennisinstellingen

Digitale innovatie tijdens de pandemie: een blijvend fenomeen

Is de digitale ontwikkeling die de COVID-19 crisis veroorzaakte het begin van een duurzame omgang met digitalisering voor de kunst- en cultuursector?

13 januari 2022
Digitale innovatie tijdens de pandemie: een blijvend fenomeen