Nieuwe technologische ontwikkelingen geven makers en instellingen steeds meer en betere tools om mee te werken in hun praktijk en om hun publiek te ontmoeten. Wat zijn de laatste ontwikkelingen en wat ging daaraan vooraf?
Nieuw: Trainingen voor Brabantse culturele instellingen
We leven steeds digitaler: we ontmoeten elkaar online, bekijken en interacteren met de wereld door onze telefoon, en alles is binnen handbereik. Bijna alle sectoren ontwikkelen door van fysiek naar digitaal of zoeken een hybride vorm. Dat noemen we digitale transformatie. Digitale transformatie is een middel om jouw culturele organisatie toekomstbestendig te maken. Het helpt jou en je collega’s om mee te bewegen met het publiek van de toekomst én hun veranderende wereld. Maar hoe? En waar begin je?
Om hiermee te beginnen lanceren wij een eerste reeks trainingen van DEN over digitale transformatie waar jij binnen jouw culturele organisatie mee aan de slag kunt gaan.
DEN is dé landelijke aanjager van digitale transformatie voor cultuur en sinds dit jaar werken zij met ons samen om de Brabantse cultuursector mee te nemen in digitale transformatie.
Wij hebben een zorgvuldige selectie gemaakt van het DEN training aanbod en kunnen dankzij de bijdrage van Werktuig PPO deze trainingen aan medewerkers van Brabantse culturele organisaties aanbieden met 75% korting.
Een vierde leerprogramma ‘De kracht van AI in jouw werk’ wordt op dit moment gepland voor februari 2025. Hou onze agenda hiervoor in de gaten!
Deze eerste ronde van trainingen maakt deel uit van het digitale transformatie programma dat wij de komende jaren samen met de Brabantse cultuursector ontwikkelen.
Deze trainingen bieden deze eerste ronde aan:
Pionierswerk in de Brabantste culturele sector
Nieuwe technologische ontwikkelingen geven makers en instellingen steeds meer en betere tools bij het maakproces en om hun publiek te ontmoeten. Het gebruik van de vele software, apps en toepassingen via internet hebben de kunstpraktijk en hoe organisaties werken enorm verrijkt en veranderd. Het pionierswerk van jaren geleden is voor een grote groep gebruikers inmiddels ‘common practice’ en mainstream geworden. De toepassingen kennen een lange geschiedenis. Digitalisering zit diepgeworteld in de Brabantse culturele sector.
De tijd van de Atari, de Commodore en de Amiga
Digitale kunst bestaat al sinds de opkomst van de eerste computers. Het ‘instituut voor instabiele media’ V2_ was een van de pioniers op dat vlak. Het startte in Den Bosch aan de Vughterstraat 234 in 1981. Oprichters Alex Adriaansens en Joke Brouwer richtten zich in 1986 (de tijd van de Atari-computer, de Commodore en de Amiga) op de impact die technologie heeft op onze samenleving. Destijds was die interesse nog nauwelijks in de kunst zichtbaar. De computer werd gereedschap om los van bestaande conventies en patronen volledig nieuwe ‘instabiele’ kunst te maken. In samenwerking met programmeurs en techneuten werden in Den Bosch door kunstenaars de eerste interactieve projecten gerealiseerd in dialoog met het publiek. Er lag een heel nieuwe wereld open. Na ruim veertig jaar bestaat V2_ als ‘lab for the unstable media’ nog steeds. Het is sinds 1992 in Rotterdam gevestigd en staat nog altijd in de voorhoede van nieuwe ontwikkelingen.
Digitale renaissance
Producenten en consumenten in de culturele sector ontdekten tijdens de pandemie nieuwe digitale mogelijkheden om met elkaar te kunnen (blijven) communiceren, samen te werken, kennis uit te wisselen, nieuwe voorstellingen, bijeenkomsten en producten te produceren en te distribueren. Een aantal platforms, programma’s en apps bestond al langer en kon snel in de nieuw ontstane behoefte voorzien, al schoten kwaliteit en interactiviteit vaak nog tekort voor een volwaardige online bezoekerservaring. Die complexere toepassingen werden ‘on-the-fly’ ontwikkeld. Technische uitdagingen gingen daarbij gepaard met kwesties rond het eigenaarschap van data van bezoekers en klanten, kostenbeheersing, het creëren van nieuwe inkomstenbronnen en het benutten van nieuwe artistieke mogelijkheden. Omdat er tijdens de lockdowns nauwelijks alternatieven voorhanden waren, werden innovaties onmiddellijk door makers en consumenten toegepast. Alleen: niet door iedereen. De digitale renaissance kent winnaars en verliezers.
Inspirerende plekken en een groeiend publiek
In Brabant zijn veel inspirerende plekken waar digitale kunst ontwikkeld, getoond en bediscussieerd wordt. Makers werken daar samen met verschillende partijen aan projecten voor een groeiend publiek. Met Eindhoven traditioneel als brandpunt. MU Hybrid Art House manifesteert zich in die stad bijvoorbeeld al 25 jaar met succes als ‘radicale shapeshifter’ in de culturele sector.
Inclusie en digitale transformatie in de culturele sector
Realiseer je dat niet iedereen die toegang heeft tot digitaal aanbod even goed met die middelen overweg kan. Digitale inclusie is via de wet verplicht voor overheidsinstanties en voor publiek gefinancierde organisaties zoals culturele instellingen. We willen bereiken dat digitale middelen voor iemand met een beperking net zo bruikbaar zijn als voor mensen zonder. Niet voor niets stuurt het provinciale beleid in Brabant op een passend ‘aanbod voor iedere Brabander’.
Hoe inclusief is de digitale transformatie?
Die vraag kent meerdere antwoorden: er is een groep waar we extra ons best voor moeten doen, maar er zijn tegelijkertijd ook nieuwe makers en publieksgroepen in beeld gekomen. En er is een verschil tussen de mogelijkheden en toepassingen van grote en kleine instellingen.
Zorg en aandacht voor de onzichtbare groep
Mensen missen een steeds groter deel van het culturele aanbod als ze niet digitaal vaardig zijn of niet beschikken over up-to-date (mobiele) hardware en software. Dit treft vooral de mensen die minder geld te besteden hebben of moeite hebben met het bijbenen van alle digitale ontwikkelingen. Zij missen dan aankondigingen, achtergrondinformatie en ‘het gesprek erover’ op de sociale media. Hun stem ontbreekt in polls en enquêtes waardoor het kan zijn dat een deel van de meningen van je doelgroep niet meegewogen wordt en invloed mist op het beleid, het programma en de samenwerking met culturele organisaties. Dit is daarom een punt van aandacht en blijvende zorg.
Winst van de digitale transformatie
Tegelijkertijd zorgt de digitale transformatie voor theaters, podia en instellingen juist ook voor aanwas van nieuw publiek. Instellingen en makers die online aanbod creëerden tijdens de lockdowns zagen nieuwe publieksgroepen verschijnen die eerder de weg naar het fysieke aanbod niet vonden.
Verschillende factoren speelden hierbij een rol:
- online bezoek is goedkoper. Dat maakt het voor mensen met een wat kleinere portemonnee aantrekkelijker;
- online bezoek is toegankelijker. Voor mensen voor wie het bijwonen van publieksevenementen fysiek of geestelijk een te grote belasting is, bleek het online aanbod echt een uitkomst en een eyeopener;
- reisafstand tot evenementen speelt geen rol meer, het aanbod bereikt ook mensen die ver van het culturele aanbod vandaan wonen.
Meer slagkracht grote culturele instellingen
De grotere instellingen zijn vaak als eerste in staat nieuwe digitale toepassingen te ontwikkelen en te gebruiken. Zij bezitten de slagkracht om hierin te investeren. Met eigen middelen en substantiële steun van financiers (overheden en privaat) en hun samenwerkingspartners (ook van buiten de culturele sector).
Grotere opgave voor kleinere instellingen
Voor kleinere instellingen en individuele makers voor wie digitalisering geen vanzelfsprekend aandachtsgebied of kernactiviteit is, is de digitale transformatie een veel grotere opgave. Dit heeft verschillende oorzaken:
- Vaak ontbreekt de benodigde basiskennis en blijkt de gevraagde hoogwaardige technische kennis voor op maat gesneden toepassingen zowel schaars als uiterst duur;
- Bij kleinere instellingen en eenpitters ontbreekt ook meestal de tijd en de menskracht;
- Er is minder financiële ruimte om de noodzakelijke investeringen te kunnen doen.
Dit laatste hangt vaak ook samen met de subsidieregels van overheden, zowel voor de projectsubsidies als voor de structurele subsidies. Die regels schrijven voor dat wie subsidie ontvangt geen -of gelimiteerd- reserves mag vormen. Terwijl een ondernemer in extreme situaties juist moet kunnen investeren om zich te kunnen weren en om nieuwe kansen te kunnen grijpen. De steunmaatregelen tijdens de corona-pandemie lieten zien dat deze de kleine instellingen en individuele makers maar mondjesmaat bereiken.
Geen trickle down
Het leeuwendeel van de steunmaatregelen van de overheid kwam ondanks de intenties en verwachtingen bij de grotere instellingen terecht. Het verwachte trickle down effect, waardoor makers en mogelijkmakers ‘vanzelf’ zouden meeprofiteren van de steun aan de grote instellingen in de vorm van opdrachten en co-creaties vond onvoldoende plaats. Kleinere instellingen en individuele makers zijn aangewezen op incidentele doelsubsidies en niet te vergeten: kennisdeling, eigen onlineonderzoek, slimme samenwerkingen en -indien rechten dat toestaan- kopiëren wat bij anderen blijkt te werken.
Verder lezen over inclusie en digitale transformatie in de culturele sector
Meer weten over de kunst en de kansen van digitale inclusie? Lees verder op de site van DEN, de organisatie die zich inzet voor digitale inclusie voor cultuur. Bekijk hun 9 tips.
Bekijk de wettelijk bepaalde regels voor digitale inclusie. Het besluit Digitale Toegankelijkheid geldt voor overheden, maar ook voor publieksrechtelijke instellingen die grotendeels door overheden worden gefinancierd.
Hybride toekomst in de cultuursector
De digitale transformatie in de culturele sector gaat onverminderd door. Nieuwe routines en inzichten zijn onderdeel van de dagelijkse werkwijze van makers en organisaties in het culturele veld. Meestal niet in plaats van, maar náást de fysieke mogelijkheden. Steeds meer makers en instellingen werken aan een hybride aanbod dat deels fysiek, deels online vorm krijgt. Digitaal en fysiek aanbod bestaan naast elkaar, vullen elkaar aan en versterken elkaar. Je ontkomt er niet aan. Wie het publiek van de toekomst links laat liggen loopt het risico straks de boot te missen.
Digitalisering maakt culturele praktijk wendbaarder, flexibeler en onafhankelijker
Voor de digitale pioniers en de generatie digital natives is de praktijk per definitie digitaal of hybride. Maar ook wie niet tot die groepen behoort plukt de vruchten van de digitale transformatie: de culturele praktijk is wendbaarder, flexibeler en onafhankelijker geworden. Er is digitaal simpelweg meer mogelijk:
- Je kunt vanuit je eigen studio of eigen instelling wereldwijd online onderzoek doen;
- Je kunt relatief makkelijk een beroep doen op de kennis, kunde en creativiteit van een grote groep mensen, bijvoorbeeld van je publiek (crowdsourcing);
- Zonder fysieke belemmeringen kun je digitaal nieuw werk en nieuwe producties maken;
- Je kunt samenwerken zonder te hoeven reizen;
- Door werk zelfstandig online te tonen kun je onafhankelijker werken, zonder noodzaak van vertegenwoordiging door een galerie of producent;
- Werk, tickets en andere producten kun je online verkopen via sites en platforms;
- Er zijn voor online evenementen geen kostbare transporten en douane- en verzekeringsperikelen nodig;
- Optredens en lezingen kun je live of on demand streamen;
- Je kunt 24/7 in contact zijn met je publiek en je gewenste publiek makkelijker bereiken;
- Je werk financieren via crowdfunding gaat sneller en makkelijker.
Nieuwe toepassingen, nieuwe vragen
Alle nieuwe toepassingen roepen nieuwe vragen op waar we niet altijd meteen een antwoord op hebben. Een paar voorbeelden:
- De fysieke en de online uitingen komen soms niet goed samen;
- Het online contact met en de aandacht van het publiek is vluchtiger;
- De afhankelijkheid van apparatuur, abonnementen, technisch specialisten en ‘big tech’ neemt toe;
- Er rijzen vragen over het eigenaarschap van data en de rechten op het kopiëren en gebruiken (het toe-eigenen, ofwel de appropriation) van tekst, beeld en audio op het internet;
- Er is nog veel onbekend over de houdbaarheid en duurzame bewaring van digitale bestanden, van software en hardware;
- De authenticatie en verkoopbaarheid van digitaal vervaardigde werken bieden nieuwe uitdagingen voor zowel de galeries, de particuliere verzamelaars, de veilinghuizen als onze musea.
Waar sta jij in het digitale domein?
Besef dat de digitale transformatie alle facetten van de organisatie en de beroepspraktijk raakt. Het heeft invloed op de eigen cultuur en ook de eigen signatuur, de strategie, processen, relaties en de vaardigheden van de medewerkers of de maker in kwestie. De relatie met het publiek bepaalt hierin de koers. En zeker de relatie met het publiek van de toekomst.
DEN, het kennisinstituut voor cultuur & digitale transformatie in Den Haag, ontwikkelde het Focus-model, waarmee je jouw digitale activiteiten in kaart kunt brengen. Zo krijg je inzicht in hoe je organisatie of jouw beroepspraktijk in het digitale domein functioneert. Hoe creëer je samenhang en geef je vorm aan nieuwe ideeën?
Houdbaarheid van digitale bestanden
Vind je het interessant om meer te lezen over de houdbaarheid van digitale bestanden, en wil je weten wat je zelf kunt doen om de houdbaarheid ervan te vergroten? Kijk dan op de website van het netwerk digitaal erfgoed (NDE). Daar vind je ook praktische richtlijnen waarmee je het gebruik en de zichtbaarheid van je digitale bestanden kunt vergroten.
Investeren in digitale transformatie
Heel simpel gezegd betekent de digitale transformatie voor de cultuursector: meebewegen met een continu veranderende beleving en veranderende behoeften van een publiek dat zich steeds vaker in een digitale wereld bevindt. De overheid helpt daarbij. Bijvoorbeeld door geld ter beschikking te stellen en ervoor te zorgen dat kennis en innovaties zo breed mogelijk gedeeld worden in de sector, zodat een zo groot mogelijke groep ervan kan profiteren. Digitalisering staat hoog op de agenda van de Rijksoverheid en de Provincie Noord-Brabant.
Subsidie voor digitalisering
Grote en kleinere instellingen en ook individuele makers kunnen een beroep doen op subsidies die speciaal voor digitalisering in het leven zijn geroepen. Door kennis te delen en netwerken te vormen van culturele instellingen, makers, overheden, bedrijven, onderwijs en andere partners die soortgelijke vragen stellen, versnellen we de transformatie.
Fieldlabs en kwartiermakers
De Raad voor Cultuur noemde het al in haar advies Onderweg naar overmorgen uit 2020. ‘Digitalisering biedt organisaties een kans om een ander publiek te bereiken’. De regering maakte geld vrij voor Fieldlabs om te experimenten met digitalisering en om de culturele en creatieve sector wendbaarder en weerbaarder te maken voor de toekomst. Kwartiermakers inventariseerden de kansen en knelpunten. Zij onderstreepten het belang van makers, de kwetsbare groep die tijdens de crisis de grootste klappen kreeg. En ze benadrukten het belang van goed rekenschap van de Fair Practice Code, de code (digitale) Inclusie & Diversiteit, de publieke waarden voor digitale cultuur en de behoefte aan andere, nieuwe verdien- en businessmodellen en presentatievormen (hyperlokaal of juist alleen digitaal).
Tijd, geld en ruimte voor Innovatielabs
Het onderzoek van de Raad voor Cultuur onderstreept dat organisaties samen moeten optrekken om innovatie in de cultuursector te realiseren én dat er tijd en (financiële) ruimte nodig is om te innoveren. In zogenaamde Innovatielabs worden de problemen benoemd en ruimte is om verschillende oplossingen te verkennen. Er mogen zaken mislukken. De kennis en ervaring die dit oplevert is nuttig voor de hele sector.
Wat doet de Provincie Noord-Brabant voor digitalisering van de kunst- en cultuursector
De positieve verwachtingen ten aanzien van digitalisering zien we ook terug in het in februari 2023 vastgestelde provinciale beleidskader Levendig Brabant 20230. Het is een integraal beleidskader voor cultuur, erfgoed, sport en vrijetijd in de provincie Noord-Brabant. Het kader schetst een levendig, aantrekkelijk en innovatief Brabant voor iedereen. Vijf hoofddoelen worden genoemd waar de provincie naar streeft: Passend aanbod; inclusief aanbod; innovatie en vernieuwing; aanbod voor Jeugd en talentontwikkeling en, tot slot, bijdragen aan maatschappelijke opgaven.
Digitalisering wordt als trend benoemd, waardoor er ‘nieuwe mogelijkheden en belevingen ontstaan’ voor sport, cultuur, erfgoed en recreatie en toerisme die ‘deels fysiek en deels digitaal’ zijn. Genoemde voorbeelden zijn Instagramgroepen waarin je je kunt verheugen op het komende festival, popconcerten die je kunt beleven via een VR-bril of het aanbod van een virtuele wandeling door het museum. Ook het ontstaan van nieuwe (digitale) gemeenschappen wordt genoemd omdat we door de opkomst van nieuwe media in staat zijn om ons wereldwijd virtueel te verenigen.
Innovatie en vernieuwing
Ten aanzien van dit derde doel in het beleidskader Levendig Brabant, Innovatie en vernieuwing, wordt expliciet genoemd dat de sectoren sterker worden in digitalisering. De provincie wil daarin richting geven, door met partners een roadmap digitalisering op te stellen en kansen voor innovatieve projecten te verkennen. De provincie wil beweging creëren door initiatieven voor nieuwe digitale diensten te ontwikkelen in het verlengde van het provinciale programma ‘impuls digitalisering’. En tot slot wil de provincie de doorontwikkeling van Brabant Cloud mogelijk maken met nieuwe digitale diensten en nieuwe doelgroepen. Nadrukkelijk wordt gesteld dat de provincie in dit streven aansluiting zoekt bij marktpartijen en kennisinstellingen.
Provinciale impuls
De ‘Impuls Digitalisering’ van de provincie richt zich op alle sectoren, maar vooral op Economische Zaken.
Brabant streeft ernaar om de economische kansen dankzij digitalisering optimaal en op een verantwoorde manier te benutten. In de Uitvoeringsagenda Data economie worden projecten en activiteiten genoemd die daar vorm en inhoud aan moeten geven:
- het aanjagen van data innovatie
- data business
- het verhogen van data maturiteit
- het delen van data.
AI en dataprofessionals
Er is aandacht voor cyberweerbaarheid en de icoonprojecten Agrifood en AI (in afstemming met de Nationale AI coalitie en de Brainport AI hub) gingen in 2022 van start. In 2023 maken datacoaches MKB-ers datacompetenter. En er wordt geïnvesteerd in een betere infrastructuur met businesscases die helpen om het delen van data te stimuleren. Verder wordt de groei van het aantal dataprofessionals aangemoedigd en stimuleert het programma een leercultuur.
Rol van Kunstloc
Kunstloc Brabant neemt het initiatief om met stakeholders in de culturele sector de vragen, de behoeften en de kansen op het gebied van digitalisering in beeld te brengen en nader inhoud te geven aan de wijze waarop de provincie haar doel ten aanzien van innovatie en vernieuwing kan bereiken. Maar ook ten aanzien van de andere provinciale doelen, waaraan digitalisering een belangrijke bijdrage kan en moet leveren.
Kunstloc Brabant staat makers en mogelijkmakers bij met advies, kennis en toegang tot netwerken. Ook op het gebied van de digitale transformatie. In 2023 onderzoeken we waar de vragen liggen en zoomen we in op een aantal thema’s waarmee we stap voor stap de kennis vergaren waarmee we het culturele veld kunnen helpen een weg te vinden in de digitale wereld.
Voor Kunstloc Brabant is het van belang bij deze nieuwe ontwikkelingen de vinger aan de pols te houden en ogen en oren open te zetten voor de vragen en andere signalen die ons in relatie tot de digitale transformatie uit het culturele veld bereiken. We hebben het immers over de toekomstbestendigheid van de culturele sector.
Digitale transformatie en publieksdata
Data vormen hét instrument van de toekomst. Onder aanvoering van DEN, het kennisinstituut voor cultuur & digitale transformatie, is een Taskforce Publieksdata gevormd. Het systematisch verzamelen van publieksdata is de eerste stap. Maar hoe pak je dat AVG-proof aan? En hoe benut je vervolgens de kansen uit data-analyses?
Publieksdata kun je inzetten bij strategische keuzes rondom programmering en beleid. Het programma publieksdata is bedoeld voor iedereen die zich binnen een culturele instelling bezighoudt (of bezig wil houden) met publieksdata en voor organisaties die zich richten op cultuurparticipatie. De Taskforce Samenwerkingsverband Publieksdata wordt gevormd door zeven instellingen uit het culturele veld. Ook Kunstloc Brabant participeert in de landelijke pilot.
Cultuureducatie en digitalisering
De groep gebruikers en ontwikkelaars van digitale kunst in de culturele sector is enorm gegroeid. Niche is mainstream geworden. Veel nieuwe culturele organisaties, werkplaatsen en festivals, fora en digitale platforms die zich op digitale kunstuitingen richten zagen sindsdien het licht. Het onderwijs, buitenschoolse educatie in instellingen en musea en ‘digilabs’ van bibliotheken spelen daarbij een niet te onderschatten rol in het vergroten van de kennis over en de toegankelijkheid van de nieuwe digitale ontwikkelingen.
Digitale cultuureducatie zou onderdeel moeten zijn van je digitale transformatie strategie. Leerlingen groeien op met digitale technologieën en nemen hun smartphone overal mee naartoe. Tijdens de schoolperiode komen kinderen vaak voor het eerst bewust in aanraking met cultureel aanbod. De makers van cultureel educatief materiaal zijn vaak de eerste lijn naar het publiek van de toekomst.
Vul de enquete in!
Help ons het beeld van digitalisering in de Brabantse kunstensector scherp te stellen en vul de enquête over digitale transformatie in.
Verder lezen over digitale transformatie in de culturele sector
DEN, het kennisinstituut voor cultuur & digitale transformatie in Den Haag ontwikkelde het Focus-model, waarmee je jouw digitale activiteiten in kaart kunt brengen. Zo krijg je inzicht in hoe je organisatie of jouw beroepspraktijk in het digitale domein functioneert. Hoe creëer je samenhang en geef je vorm aan nieuwe ideeën?
Digitale Transformatie Conferentie
De Digitale Transformatie Conferentie van DEN, het kennisinstituut voor cultuur & digitale transformatie, vond tijdens de pandemie in 2021 volledig online plaats. De opnames van de keynotes en plenaire sessies zijn allemaal terug te kijken. Met bijdragen van:
- Kristel Baele, voorzitter van de Raad voor Cultuur, over de urgentie van een duurzame digitale transformatie in de culturele en creatieve sector;
- Kajsa Hartig, Hoofd Museumervaring en Collecties bij Västernorrlands Museum, over de uitdaging voor musea om hun bezoekerservaringen uit te breiden;
- Lauren Vargas deelt hoe culturele organisaties van elke omvang bedrevener kunnen worden in digitale vaardigheden door goede vragen te stellen, oude kennis ter discussie te stellen en samen te werken om ideeën en visies te delen;
- Cimeon Ellerton-Kay en Natalie Hall (Social Convention) onderzoeken hoe je met een makerspace-mentaliteit hybride podiumkunsten kunt creëren met businessmodellen die eerlijker zijn dan die van de grote platforms;
- Marjolijn Meynen, Chief Marketing Officer van De Bijenkorf, vertelt hoe je de waarde van je verhaal vergroot en hoe belangrijk de klantbeleving hierin is. Ook vind je er de sessies uit het plenaire programma met bijdragen van makers en organisaties.
Nog meer kennis en advies over digitale transformatie?
Neem contact met ons op!