In maart en april nam ik deel aan de gesprekkenreeks Meerstemmigheid, die werd georganiseerd door het TijdLab (Bibliotheek LocHal en Stadsmuseum Tilburg) in de LocHal Tilburg. Aanleiding voor deze gesprekken was de discussie over het standbeeld van Peerke Donders in het Wilhelminapark in Tilburg. Voor veel mensen is dit standbeeld een verdiend eerbetoon, anderen vinden het een symbool van kolonialisme en racisme. De gesprekken begonnen elke keer met een presentatie door een gastspreker die het kunstwerk belichtte vanuit de eigen invalshoek. Daarna werd door de deelnemers gereageerd. Iedereen kon zich opgeven voor het gesprek. Het was een open dialoog, waarin alle stemmen gehoord werden op zoek naar een goede oplossing voor het monument. Op 6 april jl. was ik de gastspreker.
Waarneming van een kunstwerk
Ik begon met vertellen dat ik de dochter ben van een Brabantse vader die zich ontwikkelde tot een felle socialist, maar bleef worstelen met zijn streng katholieke opvoeding. Mijn moeder werd op Sumatra geboren als dochter van een remonstrantse planter. Mijn jeugd is beïnvloed door discussies over ongelijkheid en kolonialisme, maar ook over de atoombom en kernenergie. Religie was geen onderwerp. Daar hadden mijn ouders genoeg van. Waarom vertelde ik dit? Ik wilde benadrukken dat onze manier van kijken naar een kunstwerk onvermijdelijk wordt beïnvloed door wie je bent. Door je afkomst, opvoeding, kennis, werk en de taal die in je omgeving wordt gebruikt. In mijn vorige blog schreef ik over de handreiking die is verschenen voor de culturele sector met nieuwe richtlijnen voor ons taalgebruik. We ervaren kunst allemaal vanuit onze eigen achtergrond, maar die is sterk gedomineerd door een westerse, christelijke, witte en masculiene kijk op de wereld. Ik denk dat we ons daar veel bewuster van moeten worden.
De openbare ruimte is van iedereen
Het standbeeld van Peerke Donders staat in de openbare ruimte. De openbare ruimte is van ons allemaal en iedereen mag iets vinden over kunst in de openbare ruimte. De vraag is dus niet van wie de ruimte is, maar wie ruimte mag innemen, welk verhaal er mag worden verteld. Dat is een ingewikkelde vraag waarop het antwoord in de loop der tijd kan veranderen. We leven in een tijd van snelle veranderingen en ik realiseer mij steeds meer dat bepaalde stemmen erg lang dominant zijn geweest en andere stemmen het recht hebben op een inhaalslag om de verhoudingen meer in balans te brengen.
Levensduur op locatie
Vroeger werd de levensduur van een kunstwerk op een locatie voor eeuwig vastgelegd. Dat is tegenwoordig niet meer het geval. De omstandigheden in de openbare ruimte wijzigen te snel. Opvattingen over geschiktheid veranderen, gebouwen worden gesloopt en stedenbouwkundige situaties zijn aan snelle ontwikkelingen onderhevig. Tegenwoordig wordt de aanwezigheid van een kunstwerk op een locatie gegarandeerd voor een beperkte periode. De opdrachtgever kan na die periode besluiten om het kunstwerk elders te plaatsen. Dat moet overigens altijd in overleg met de kunstenaar of diens nazaten omdat zij het auteursrecht behouden. Ik vraag mij af of het standbeeld van Peerke Donders op de huidige plaats moet blijven staan. De omgeving is rommelig. Dat doet afbreuk aan de uitstraling. Ik telde ongeveer 10 verkeersborden en lantaarnpalen bij het beeld en de plaats nodigt allesbehalve uit om er langer te verblijven. Bovendien wordt het standbeeld door verschillende groepen als kwetsend ervaren. En omdat de openbare ruimte van ons allemaal is moet ook daar rekening mee worden gehouden.
Tot slaaf gemaakt
Peerke Donders is staand afgebeeld naast een naamloze geknielde zwarte man met een bloot bovenlichaam. Sommigen vinden dit een onschuldige manier om te vertellen dat Peerke Donders als missionaris in Suriname voor melaatsen zorgde. Anderen zien vooral een kwetsende afbeelding van een man die tot slaaf is gemaakt. Dat laatste is niet vreemd want in de westerse kunstgeschiedenis worden tot slaaf gemaakte mensen al eeuwen afgebeeld met een ontbloot bovenlichaam, vaak naast iemand die – wel met naam genoemd - in vol ornaat is. Tegenwoordig worden afbeeldingen van tot slaaf gemaakte personen niet meer in de openbare ruimte getoond maar in een museum, als geschiedenis. Mij persoonlijk stoort ook het autoritaire gebaar waarmee het kruis wordt geheven en de hand op het hoofd wordt gelegd. Het is de vormentaal van een gedachtengoed dat zichzelf als vanzelfsprekend dominant achtte. In die zin kun je je zelfs afvragen of het standbeeld wel recht doet aan de zachte, zorgzame waarden die Peerke Donders belichaamde. Maar het standbeeld is ook een mooi kunstwerk en kenmerkend voor een periode uit onze geschiedenis. Daarom moet er wel goed voor gezorgd worden. Dit kunstwerk verdient naar mijn idee een museale omgeving waar het rustig bekeken kan worden en waar ruim aandacht geschonken kan worden aan de ontstaansgeschiedenis.
Meer weten over kunst in opdracht?
Neem contact met mij op.