Kunst en cultuur kreeg flinke klappen in coronatijd, ook op scholen. Maar onderzoekers concluderen dat cultuuronderwijs, ondanks de nasleep daarvan, nog steeds stáát op Brabantse scholen die meedoen aan Cultuureducatie met Kwaliteit. Ze zien een solide verankering rondom visie, draagvlak, financiën en opgeleide cultuurcoördinatoren. Maar er liggen ook nog volop kansen en uitdagingen voor de komende jaren.
Onderzoeksbureau PON & Telos heeft, in opdracht van Kunstloc Brabant, Erfgoed Brabant en vijf stedelijke organisaties voor cultuureducatie, onderzoek gedaan naar de voortgang van cultuuronderwijs op basisscholen en voortgezet onderwijs binnen Noord-Brabant. Deze monitor vond plaats in het kader van de regeling Cultuureducatie met Kwaliteit (CmK3), die door deze partners gezamenlijk wordt uitgevoerd. Het doel van dit onderzoek was om de voortgang van deze regeling en de stand van zaken van cultuureducatie in Brabant te monitoren.
Aan CmK3 doen 690 scholen mee. Dat is ongeveer 74% van alle Brabantse scholen. In totaal vulden 535 Cmk-scholen, 99 culturele aanbieders en 47 lokale intermediairs een uitgebreide vragenlijst in. Daarnaast waren er – verspreid over Brabant – vier groepsgesprekken om ook kwantitatieve data op te halen.
Stevig fundament
Onderzoekers concluderen dat cultuuronderwijs nog steeds een solide fundament heeft op deze scholen, ondanks werkdruk, het lerarentekort en de focus op het wegwerken van leerachterstanden rondom taal en rekenen. De ontwikkeling van deze basis is ruim 10 jaar geleden al ingezet met de eerste periode CmK en de 'lange adem’ van deze regeling lijkt zijn vruchten af te werpen.
Draagvlak
Op 46% van de scholen ervaart men veel draagvlak voor cultuuronderwijs, op 49% is ‘een beetje’ draagvlak. Slechts 5% van de scholen geeft aan dat er binnen hun school geen draagvlak is voor cultuuronderwijs. Echter, uit de groepsgesprekken blijkt dat men wel veel belang hecht aan cultuuronderwijs, maar door allerlei andere factoren prioriteiten soms toch elders worden gelegd.
Tegenstelling scholen en aanbieders
Verder zien we dat er discrepanties zijn tussen de verwachtingen en visie van scholen enerzijds en die van aanbieders (kunstvakdocenten, culturele instellingen) anderzijds. Bovendien geven aanbieders aan dat de visie van de school nauwelijks besproken wordt in de gesprekken die zij met de scholen voeren, terwijl een ruime meerderheid van de scholen wél een (beschreven) visie op cultuuronderwijs heeft (62%) en deze verder wil ontwikkelen (81%). Overigens weten scholen naarmate zij langer bezig zijn met CmK wel steeds beter hun visie en vraag aan cultuuraanbieders te formuleren en stellen zij ook meer eisen aan hen.
Overige kansen
De monitor laat verder nog een aantal aandachtspunten zien om in de komende twee jaar aan te werken.
- Het begrip kansengelijkheid binnen cultuureducatie verdient de komende jaren meer duiding en concrete handvatten.
- Ook zien we dat vooral basisscholen niet genoeg vakspecifieke deskundigheid in huis hebben op het gebied van kunstonderwijs en dit onderstreept nogmaals het belang van voldoende en goede kunstvakdocenten en aanbieders.
- Een andere uitdaging die we zien is dat Brabantse scholen nog nauwelijks de leeropbrengsten van cultuureducatie en de ontwikkeling van leerlingen vastleggen of monitoren.
Belangrijke rol voor intermediairs
Dat er veel herkenning is rondom de resultaten van dit onderzoek, bleek uit het online NICE-café op dinsdag 16 mei waarin de belangrijkste resultaten werden toegelicht aan Brabantse intermediairs. Dit geeft aan hoe dicht de intermediair bij de scholen staat. Niet voor niets geeft 83% van de scholen aan dat de intermediair deskundige inbreng levert en 78% dat samenwerking met een intermediair essentieel is om cultuureducatie binnenschools goed vorm te geven.
In gesprekken gaven veel intermediairs aan dat het positief was om terug te lezen dat cultuureducatie niet volledig is teruggezakt na enkele onrustige jaren.
Hoe nu verder?
Als Kunstloc Brabant hebben we uit de monitor en duidingsgesprekken met collega's, stuurgroep CmK, intermediairs en onderzoekers, enkele focuspunten voor de komende jaren gesteld. In de komende twee jaar geven we hier, samen met het veld, handen en voeten aan. Over twee jaar is weer een monitor, zodat de voortgang inzichtelijk gemaakt kan worden.
Colofon
Het PON & Telos heeft dit onderzoek verricht in opdracht van Kunstloc Brabant, als penvoerder van het CMK3 Brabantstad-consortium dat bestaat uit De Nieuwe Veste (Breda), CiST (Tilburg), CultuurContact (Helmond), Huis 73 (’s-Hertogenbosch), De Muzelinck (Oss), Erfgoed Brabant en Kunstloc Brabant.
Auteurs
Sophie de Jong MSc MA
drs. Madelon van Duren
drs. Mirjam Smulders
Katja Nagelkerke MSc
Britte van Dalen MSc
Groepsgesprekken door Titia Lefers-Van der Zande
Als onderdeel van deze monitor heeft Titia Lefers-Van der Zande groepsgesprekken met scholen gevoerd. Uitkomsten en conclusies uit deze gesprekken zijn opgenomen in het monitoringsrapport en de samenvatting op deze webpagina.
Wil je meer weten?
Neem contact met ons op.