- Kennis & inspiratie
- Effecten meerjarenregeling professionele kunsten Provincie Noord-Brabant op ambitie bestuursakkoord 2023-2027
In het bestuursakkoord 2023-2027 Samen maken we Brabant! wordt gesteld dat de Provincie Noord-Brabant zich samen met de BrabantStad partners inspant om meer Rijksmiddelen voor de Basisinfrastructuur (BIS) en de instellingen in de Rijksfondsen naar Brabant te krijgen. “Bij een topregio hoort immers een hogere rijksbijdrage.” In dit advies schetsen we de consequenties van de conceptregeling voor meerjarige subsidies in 2025-2028 in relatie tot deze ambitie. We concluderen dat op basis van deze conceptregeling de omvang van de huidige culturele infrastructuur in Brabant afneemt en daarmee ook de aanspraak op matching met Rijksmiddelen. De concept-meerjarenregeling professionele kunsten 2025-2028 draagt daarmee niet bij aan de ambitie om meer Rijksmiddelen naar Brabant te krijgen. Deze ontwikkeling heeft niet alleen consequenties voor de komende periode, maar ook voor de uitgangspositie van Provincie Noord-Brabant in het vernieuwde cultuurbestel vanaf 2029.
Rijksmiddelen worden toegekend op basis van aanvragen die kunnen rekenen op matching vanuit provincie en/of steden (BrabantStad). Het realiseren van de ambitie om meer Rijksmiddelen naar Brabant te halen blijft volledig afhankelijk van de beschikbaarheid van additionele provinciale financiële middelen. De consequenties hiervan hebben we eerder beschreven in een reactie op de Statenmededeling van 13 maart 2023, mede in het licht van de Fair Practice Code en toegenomen inflatie.
Zoals je leest in de reactie op de Statenmededeling is er voor het continueren van de huidige inzet van culturele instellingen een totaalbedrag nodig van €9.617.566 per jaar (€38.470.265 voor de gehele planperiode van vier jaar). In de conceptregeling voor de meerjarige subsidies 2025-2028 wordt het budget genoemd van €7.625.000 per jaar (€30.500.000 voor de gehele planperiode van vier jaar). Doordat hiermee de inzet vanuit de provincie achterblijft bij de inzet van het Rijk is ook een substantieel lagere bijdrage vanuit het Rijk te verwachten.
Consequenties van uitgangspunten provinciale meerjarenregeling
Samen voorsorteren op 2025-2028 en een nieuw cultuurbestel vanaf 2029
De keuzes die nu gemaakt worden in provinciale regelingen hebben een doorwerking op de periode 2025-2028, maar ook op de periode die na het huidige beleidskader volgt. In 2029 wordt het cultuurbestel vernieuwd met daarin een grotere verantwoordelijkheid voor de regio. Om deze ontwikkeling optimaal te benutten is het noodzakelijk dat de provinciale regelingen aansluiten op de landelijke normen. Ondanks dat het huidige landelijke cultuurbestel tot 2029 van kracht blijft, staat het landelijke beleid niet stil. Er wordt op belangrijke thema’s zoals de Fair Practice Code, Governance Code en de Code Diversiteit & Inclusie voorgesorteerd op een vitaal bestel vanaf 2029, waarin cultuur van en voor iedereen is.
Zo wordt het toepassen van deze drie gedragscodes vanaf de komende periode voorwaardelijk voor Rijkssubsidiering. Als de Provincie het Rijk niet volgt in het voorwaardelijk stellen van de gedragscodes voor financiering ontstaat er voor de komende periode een discrepantie tussen de omvang van de provinciale gelden en de matching daarvan vanuit het Rijk. Het effect van deze scheefgroei is dat er minder in plaats van meer middelen van het Rijk naar Brabant zullen komen.
Indien de komende planperiode minder Rijksmiddelen naar Brabant komen, heeft dit verdergaande consequenties. Dit raakt direct de positie van de Brabantse culturele instellingen die de afgelopen jaren een positie hebben verworven in de BIS of bij de Rijksfondsen, en hier de pijlers vormen onder de Brabantse culturele infrastructuur.