Zoek bijvoorbeeld naar een activiteit of pagina

Twee jaar geleden startten we binnen de provincie Noord-Brabant aan een unieke gezamenlijke aanpak voor Cultuureducatie met Kwaliteit. Een aanpak met mooie, ambitieuze plannen rondom visievorming, curriculumvernieuwing, professionalisering en kansengelijkheid. Tijd om de stand van zaken op te maken: wat zijn tot nu toe de belangrijkste opbrengsten en welke zaken behoeven extra aandacht? Op deze pagina lees je meer over de eerste tweejaarlijkse meting, die door het PON & Telos is ontwikkeld en uitgevoerd. Er is een verkorte en uitgebreide versie beschikbaar. Ook de Evi rapporten van 2021 en 2022 zijn te bekijken.

Opbrengsten

Cultuureducatie is een vanzelfsprekend onderdeel van het curriculum

We zien dat bij 89% van de bevraagde scholen cultuureducatie een vanzelfsprekend onderdeel uitmaakt van het curriculum. Daarnaast zien we dat 87% van de scholen een visie op cultuureducatie heeft. 62% Van de scholen heeft hun visie vastgelegd in een beleidsstuk en meer dan 9 op de 10 scholen hebben cultuureducatie opgenomen als post op hun begroting. Ook het opleiden van ICC'ers is geborgd door de scholen. 

Kansengelijkheid staat op de radar van scholen, intermediairs en aanbieders

Kansengelijkheid als thema komt in wisselende mate voorbij als onderwerp van gesprek met scholen, maar concrete handvatten worden wel gemist. Intermediairs zien dat bij (ervaren) scholen wel aandacht is voor de toegang tot cultuuronderwijs voor alle leerlingen, maar dat hier nog wel ruimte is voor verbetering. Verder lijkt het erop dat scholen en intermediairs uitdagingen rondom kansengelijkheid vooral bezien in het licht van culturele diversiteit (bijvoorbeeld rondom andere culturele achtergronden in de klas). Verschillen in toegang tot cultuuronderwijs in de regio of de stad lijken minder op het netvlies te staan. Uit de groepsgesprekken komt daarnaast naar voren dat plattelandsscholen vaker tegen praktische zaken aanlopen, als vervoer naar een theater of museum, terwijl dit voor scholen in grotere gemeenten minder sterk speelt.

86% van de scholen zet zich in om toegang tot cultuur te vergroten

We zien dat 86% van de scholen zich (in beperkte of grote mate) inzet om vanuit cultuureducatie op school, toe te bewegen naar cultuurbeleving thuis. Op dit moment geeft 72% van de scholen aan dat leerkrachten de omgeving van hun leerlingen en hun toegang tot cultuuronderwijs kennen. 

Meerderheid intermediairs werkt samen met andere domeinen

76% Van de intermediairs werkt wel eens samen met andere domeinen. Sport, taal (bijvoorbeeld bibliotheken), erfgoed en natuur worden hier vaker genoemd, evenals jongerenwerk. Er wordt een trend richting overlap gesignaleerd, waarbij de waarde van cultuur als middel steeds vaker ingezet wordt en de grenzen tussen cultuureducatie en cultuurparticipatie vervagen.

In de periode 2021-2022 zijn 680 scholen en 178.167 leerlingen bereikt Monitor Cultuureducatie in Brabant
In 2021 zijn er 135 en in 2022 85 nieuwe CmK-scholen gestart Monitor Cultuureducatie in Brabant

Aandachtspunten en kansen

Discrepanties tussen verwachtingen aanbieders en scholen 

Eén van de opvallendste bevindingen is dat de opvattingen van scholen en aanbieders over wat cultuureducatie teweeg zou moeten brengen behoorlijk lijken te verschillen. Waar scholen vanuit hun visie veelal leerlingen met een breed scala aan disciplines en vaardigheden kennis willen laten maken, zien we dat aanbieders zichzelf meer als doel stellen om leerlingen abstractere waardes zoals een onderzoekende en open houding, creatief en innovatief vermogen, betekenis leren geven en reflectievaardigheden mee te geven. Aanbieders voeren daarbij nauwelijks het gesprek over de visie van de school, terwijl 71% van de scholen aangeeft hun visie verder te willen ontwikkelen.

Vastleggen en volgen van leeropbrengsten van de leerlingen 

Drie vijfde van de scholen (62%) geeft aan dat zij de ontwikkelingen van hun leerlingen in het binnenschoolse cultuuronderwijs niet volgen of vastleggen, bijvoorbeeld in hun leerlingvolgsysteem. Ook vanuit de aanbiederskant wordt aangegeven dat er het minst geëvalueerd wordt met de school op leeropbrengsten. In het rapport over scholen die Evi in 2021 ingevuld hebben, werd genoemd dat scholen die wat lager scoren minder doen aan het volgen van de ontwikkeling van hun leerlingen in het cultuuronderwijs. Er wordt daarbij geopperd dat juist dat een startpunt kan zijn voor evaluatie en cultuuronderwijs op een school: het programma kan aan de hand hiervan onder de loep genomen worden.

Spreiding van kansen(on)gelijkheid

Rondom kansen(on)gelijkheid kwamen veel interessante bevindingen naar boven, maar ook enkele die wat verdere reflectie nodig hebben. Het blijft de vraag of kansengelijkheid tussen leerlingen meer speelt op locatieniveau (stad versus platteland) dan op sociaaleconomisch niveau. Aanbieders geven aan rekening te houden met kansengelijkheid binnen cultuureducatie. Sommige aanbieders geven aan dat ze dit meer zouden kunnen doen, omdat ze nog te veel vanuit hun eigen vakgebied denken en daarom ook vaak op scholen terechtkomen die overwegend ‘wit’ zijn, en ook geven ze aan dat ze scherper kunnen luisteren naar leerlingen. Tot slot is opvallend dat de mate van samenwerking tussen scholen en amateurverenigingen gering is. Terwijl dit kansen zou bieden voor het voortzetten van het binnenschoolse cultuuronderwijs richting buitenschools cultureel actief zijn. Juist ook in plattelandsgebieden, waar professionele aanbieders dunner gezaaid zijn, zoals sommige intermediairs aangeven. Uit het rapport blijkt dat de meningen verdeeld zijn, in hoeverre het verbinden van binnen- en buitenschoolse cultuureducatie een taak is van een ICC'er of intermediair. 

Vaak geen eigen deskundigheid in huis – belang van goede kunstvakdocenten en aanbieders

Ruim één op de vijf scholen heeft geen deskundigheid in een bepaalde discipline in huis, wat een afhankelijkheid van externe aanbieders aanduidt. Juist het belang van kwalitatief goede aanbieders wordt hiermee benadrukt, liefst ook met voldoende didactische bagage. Door de huidige tijd- en werkdruk vinden scholen het vaak lastig om leerkrachten op een ‘reguliere’ manier scholing op het gebied van kunst en cultuur aan te bieden. In plaats daarvan halen ze liever een kunstvakdocent in huis, wat als risico met zich meebrengt dat leerkrachten de uitvoering van cultuureducatie uiteindelijk het liefst helemaal aan de vakdocent overlaten.

Verschillende kijk op belang, draagvlak en prioriteit

Intermediairs zien bij zowel nieuwe, als bij ervaren scholen dat de visie in wisselende mate gedragen wordt door het team. Echter geven scholen vaak wel aan dat er minstens ‘een beetje’ draagvlak is. Tegelijkertijd blijkt uit de verankeringsmaat dat draagvlak ook al enige tijd een aandachtspunt is. Uit de groepsgesprekken met veelal vertegenwoordigers van scholen komt hier een aanvullend beeld naar voren; de meeste directies en teams op scholen hechten belang aan cultuureducatie op hun school. Er is dus draagvlak voor, maar door allerlei externe factoren liggen de prioriteiten van scholen soms elders (denk aan het wegwerken van leerachterstanden door de coronapandemie). Daardoor kan het voor de intermediairs en de ICC’er voelen of er weinig draagvlak voor cultuuronderwijs is.

Huidige stand van zaken – over twee jaar meer inzichten 

Deze meting geeft een beeld van de huidige stand van zaken, en nog niet altijd van de voortgang op de verschillende doelen uit de CmK3-aanvraag. De kracht van een monitor zit namelijk in het herhalen van metingen met dezelfde meetinstrumenten. Met name op het gebied van kansengelijkheid is dit te zien: dit onderwerp is niet eerder op deze manier onderzocht. 

Colofon

Het PON & Telos heeft dit onderzoek verricht in opdracht van Kunstloc Brabant, als penvoerder van het CMK3 Brabantstad-consortium dat bestaat uit De Nieuwe Veste (Breda), CiST (Tilburg), CultuurContact (Helmond), Huis 73 (’s-Hertogenbosch), De Muzelinck (Oss), Erfgoed Brabant en Kunstloc Brabant.

Auteurs
Sophie de Jong MSc MA
drs. Madelon van Duren
drs. Mirjam Smulders
Katja Nagelkerke MSc
Britte van Dalen MSc

Groepsgesprekken door Titia Lefers-Van der Zande
Als onderdeel van deze monitor heeft Titia Lefers-Van der Zande groepsgesprekken met scholen gevoerd. Uitkomsten en conclusies uit deze gesprekken zijn opgenomen in het monitoringsrapport en de samenvatting op deze webpagina. 

Colofon