Binnen de kunst- en cultuursector wordt veel aandacht geschonken aan jong talent. Voor deze groep zijn talloze financierings- en ondersteuningsmogelijkheden beschikbaar om impulsen te geven aan het eigen werk. Kijk ook maar eens naar de voorwaarden van geldschieters of gemeentelijke cultuurvisies: in jong talent wordt graag geïnvesteerd. Maar waar is de aandacht voor gevorderde makers van wie de kwaliteit allang bewezen is? Welke ruimte mogen zij innemen? Welke impulsen krijgen zij nog?
Geschreven door: Elmay Claassen
Brood verdienen
Kunstenaar Joke Smeulders (72) is al meer dan dertig jaar werkzaam in het vak en stelt deze vragen regelmatig. “Mensen met ervaring krijgen haast het gevoel dat ze overbodig zijn, want alle aandacht gaat naar jong talent. Gevorderde makers krijgen weinig kansen om zichzelf te laten zien,” vertelt ze. Joke heeft daarin altijd goed haar eigen weg kunnen vinden. Dankzij haar assertiviteit heeft ze altijd ‘haar ding kunnen doen’ als kunstenares. Dat is niet voor alle makers weggelegd. Een deel haakt af naarmate de jaren verstrijken. Dat valt deels te wijten aan de beperkte aandacht die er vandaag de dag voor gevorderde makers is, maar Joke heeft er ook een andere verklaring voor. Joke: “Ook als het om financiën gaat, wordt in de kunst veel werk als vanzelfsprekend gezien. Dan haken kunstenaars op een gegeven moment af, want die moeten ook hun brood verdienen.”
Nieuwe media
En dat terwijl ontwikkeling iedere geboortedatum overstijgt. Het werk van de Udense kunstenaar Jan van Duijnhoven (77) is daarvan het ultieme bewijs. Van Duijnhoven wordt ook wel ‘Schilder van het licht’ genoemd met zijn abstracte werken die zelfs in de Verenigde Staten erg gewaardeerd worden. Onlangs maakte De Boeddhistische Blik van KRO-NCRV een documentaire over zijn bijzondere leven en werk, genaamd ‘Onzichtbaar Licht’. “Mijn werk geeft zich niet zomaar prijs. Men noemt de documentaire verhelderend. Ook mensen uit de kunstsector geven aan dat ze mijn werk hierdoor beter zijn gaan begrijpen,” vertelt Jan enthousiast en verrast naar aanleiding van de positieve ontvangst.
Extra moeilijkheidsgraad
Het bijzondere aan het verhaal van Jan is dat hij relatief laat zijn entree maakte in de kunstwereld, pas nadat hij de veertig al gepasseerd was. Dat bleek wel een extra moeilijkheidsgraad te zijn. Jan: "Het accent ligt nu heel erg op het gebruik van nieuwe media zowel in de promotie als het werk zelf. Dat is een bijkomende handicap, want gevorderde, oudere kunstenaars kunnen daar moeilijker mee overweg. Zij moeten meer inspanningen verrichten om daarin mee te kunnen. Tegelijkertijd moet voor mij de inhoud wel centraal blijven staan en niet het mediaproces.”
Een gemengde, jonge wereld
Is dit iets van de laatste tijd of krijgt jong en nieuw altijd al de meeste aandacht? Volgens Joke is er een duidelijke shift geweest in de jaren tachtig. “Voorheen had je vooral de museum- en galeriewereld. Eind jaren tachtig kwam de urban street culture op en vanaf toen werd alles steeds jonger. Hiphop, muziek, kunst, community art, het gaat nu allemaal samen. En het gaat vooral over jonge mensen. Ik kom in het wereldje, behalve in de muziek, niet veel oudere kunstenaars tegen,” vertelt Joke. Toch heeft zij zelf steeds haar plekje weten te behouden, ook binnen die veranderende wereld.
Joke: “Ik kan heel goed overweg met jonge mensen en we kunnen veel van elkaar leren. Ik ben een machine die continue nieuwe ideeën genereert. De straat is mijn werkplek, ik kies mijn eigen gebieden, werk samen met anderen en kan mijn ei kwijt. Zo blijf ik impulsen geven aan mijn werk.” Momenteel werkt Joke aan verschillende projecten voor onder andere Hoodlab en PLYGRND.city. Ook staat een groot project voor de Houthavens Amsterdam op de rol.
Beroepservaring en lange ontwikkeling als groot goed
Het moge duidelijk zijn dat vernieuwing niet enkel van jonge kunstenaars hoeft te komen, maar volgens Jan is het groter dan dat. Niet ondanks hun leeftijd zijn gevorderde makers belangrijk, maar juist vanwege die beroeps- en levenservaring. “Een jonge kunstenaar begint met een onbeschreven blad. Ik ben zelf ook altijd graag naar 'jonge' kunst gaan kijken. Een gevorderde kunstenaar heeft ontwikkelingen gekend, louteringen ondergaan, vernieuwingen ingezet. Kortom: een oeuvre opgebouwd dat vaak parallellen vertoont met het leven zelf en gepaard gaat met filosofische inzichten en in de tijd ontstane levenservaringen. Dat is interessant, want pas in de loop van de tijd zie je die ontwikkeling en vallen alle elementen op zijn plek.
Al deze wendingen in de loop van de tijd maken het werk van gevorderde kunstenaars vaak zo rijk en boeiend. Het zijn de vruchten van jarenlange ontwikkelingen die het werk van gevorderde kunstenaars zo uniek maken,” vertelt Jan, “Als je gevorderde makers gaat vergeten in de kunst, is dat niet best voor de kunst zelf. Overheden en fondsen zouden die toegevoegde waarde meer moeten subsidiëren. Ook mensen waarvan de kwaliteit bewezen is moeten ondersteund blijven worden in hun beroep en soms een extra zetje krijgen, zeker in slechte situaties zoals tijdens de coronacrisis.”
Rijk en boeiend
Joke beaamt dat. “We moeten onze basis blijven betrekken in alle nieuwigheden. Een mix van gevorderde en jonge makers is ontzettend belangrijk, dat stimuleert elkaar,” vertelt ze. “Ook de jonge kunstenaars zelf geven aan dat ze niet begrijpen waarom gevorderde makers zo weinig aandacht krijgen. Zij zijn de belofte, maar ook hartstikke onervaren. Diversiteit en ervaring zijn broodnodig binnen onze sector.”
Onzichtbaar licht
De documentaire ‘Onzichtbaar licht’ is via deze link te zien op NPO Start.
Impulsgelden
Kunstenaar Jan van Duijnhoven ontving een bijdrage uit de impulsgelden van Provincie Noord-Brabant voor de verdere ontwikkeling van zijn gevorderde kunstenaarschap.