Met een uitvoeringsagenda geeft de Provincie Noord-Brabant aan welke concrete stappen er genomen worden om ambities uit het beleid te behalen. In dit advies geven we feedback op de conceptversie van de Uitvoeringsagenda Levendig Brabant 2024 - 2027.
Aanleiding
Op 30 augustus 2024 vindt een oordeelsvormende vergadering plaats van Provinciale Staten van Noord-Brabant over de Uitvoeringsagenda 2024-2027, behorende bij het Beleidskader Levendig Brabant 2030. De fractie van PvdA/GroenLinks heeft aan Kunstloc Brabant een advies gevraagd bij deze uitvoeringsagenda.
Dit advies schrijven we vanuit onze kennis, ervaring en expertise binnen de culturele sector. We onderschrijven de integraliteit van de vier sectoren in het beleidskader, maar gaan in dit advies vooral in op de programmalijn cultuur. Al onze adviezen zijn openbaar.
Samenvatting
We zien in de Uitvoeringsagenda aanpassingen ten opzichte van het Beleidskader Levendig Brabant. Een aantal positieve punten die we daarbij signaleren zijn:
- uitwerking in programmalijnen per sector
- concrete ambitie ten aanzien van cultuureducatie
- een werkwijze die aangepast kan worden aan omstandigheden, mogelijkheden en kansen.
Onze adviezen bij de uitvoeringsagenda luiden:
- Kies in het meerjarig programma gericht op inclusief kunst- en cultuuraanbod (onder doel 4.1.3), niet alleen het perspectief van de “makers in relatie tot hun publiek”, maar betrek het hele culturele veld bij deze ambitie (zowel professioneel als amateurs) in samenwerking met publieke en private partijen, waaronder gemeenten, sociaal-maatschappelijke organisaties en onderwijs.
- Stel de Agenda Publieksbereik (Centrale opgave A) niet alleen op door naar de individuele culturele aanbieders en hun aanbod te kijken, maar ook naar de variatie, spreiding, diversiteit en bereikbaarheid van de kunstvormen, makers en culturele instellingen. Gericht op de duurzame ontwikkeling van de culturele sector.
- Verbreed “Versterken van design, ontwerp en AV/film” (doel 4.1.5) - de creatieve industrie - naar het versterken van het innovatieve profiel van de gehele culturele sector, zodat daarin voldoende ruimte en mogelijkheden zijn om te vernieuwen. Sluit hierbij aan op landelijke en provinciale programma’s gericht op de digitale transformatie.
- Maak werk van de ambitie om de cultuursector te betrekken bij maatschappelijke opgaven (doel 4) door de inzet van de culturele sector steviger te verankeren in het gehele provinciaal beleid. Maak daartoe concrete resultaatafspraken en bestem een deel van de investeringen in de genoemde provinciale programma’s (alle uitvoeringsprogramma's) voor de inzet van creatieve makers of ontwerpers. Ontwikkel daarnaast een programma om ook partijen buiten de provincie te stimuleren creatieven vaker in te zetten.
Advies 1: Betrek het hele culturele veld
We onderschrijven de benadering van de sector cultuur als een van de ecosystemen van Levendig Brabant. Die manier past goed bij de grote diversiteit van alle vormen van cultuur en het complexe samenspel van de culturele sector en overheden, maatschappelijke organisaties, ondernemers, onderwijs en de Brabanders zelf. Het is daarom belangrijk flexibiliteit in te bouwen, de uitvoering te monitoren en in te blijven spelen op omstandigheden, mogelijkheden en kansen. Hierin ondersteunen de uitvoeringsorganisaties de provincie. (Voorwoord blz. 4)
We onderschrijven niet dat de provincie ten opzichte van andere overheden en private partijen een relatief beperkte bijdrage levert in de culturele sector. Financiering door de provincie is vaak voorwaardelijk voor de inzet van andere publieke of private partners. De provincie speelt bovendien een essentiële rol bij het versterken van de culturele sector in Brabant. Door Brabant in zijn geheel te overzien kan juist de provincie zorgdragen voor spreiding van voorzieningen en aanbod, het faciliteren van innovaties en talentontwikkeling en de inzet van de culturele sector bij maatschappelijke opgaven. (2. Beleidsmatige context, kaders en uitgangspunten blz. 8)
Programmalijnen
De uitwerking van het beleidskader in programmalijnen beantwoordt aan de reactie vanuit de sector en Provinciale Staten bij het beleidskader. Met deze programmalijnen sluit de provincie beter aan bij de bestaande praktijk en eigenheid van de vier sectoren. Ook is met het benoemen van twee centrale opgaven een duidelijke focus aangebracht op welke thema’s de integraliteit gezocht wordt. Daarbij tekenen we wel aan dat die integraliteit verder gaat dan de vier sectoren uit het beleidskader. Dat geldt in het bijzonder voor de centrale opgave: het verbinden van Levendig Brabant met de maatschappelijk opgaven. Hierbij zien wij nadrukkelijk kansen bij de sectoren ruimte en economie. (2.2 Programmalijnen blz. 10)
Cultuureducatie
De ambitie voor cultuureducatie, die we in het beleidskader slechts terugvonden in de voetnoot van doel 4, krijgt in de uitvoeringsagenda de plek die het verdient. In de programmalijn cultuur zien we cultuureducatie nu expliciet opgenomen (4.1.4 Verankeren van cultuureducatie in het onderwijs blz. 22). De inzet om tot een stevige basisinfrastructuur voor cultuureducatie te komen onderschrijven we. Daarbij lijkt de ambitie om 100% van de Brabantse gemeenten deel te laten nemen nu haalbaar. Door de financiële situatie van gemeenten kan dit echter onder druk komen te staan.
Cultuurparticipatie en amateurkunst
We weten dat nu niet alle Brabanders deel kunnen nemen aan cultuur. De verschillen zijn groot. Het maakt uit waar je woont en wat je kunt besteden of cultuur nabij en betaalbaar is. En zijn ook fysieke of mentale drempels voor cultuurdeelname en niet iedereen herkent zich in het aanbod. Dit vraagt om met het cultuurbeleid en uitvoering daarvan meer aan te sluiten bij de vele informele manieren waarop Brabanders deelnemen aan tal van laagdrempelige (lokale) culturele ervaringen, waaronder het (amateur)verenigingsleven.
In de uitvoeringsagenda ontbreekt het begrip cultuurparticipatie (terwijl er wel sprake is van erfgoedparticipatie). Onder “Stimuleren van de ontwikkeling van inclusief cultuuraanbod” (doel 4.1.3) vinden we wel een inzet om de drempels voor cultuurdeelname te verlagen.
Advies 2: Oog voor variatie, spreiding, diversiteit en bereikbaarheid
Het bereiken van een breder en meer divers publiek (centrale opgave A) is het resultaat van een rijk, vitaal en florerend cultureel ecosysteem. Het bereiken van nieuwe publieksgroepen door individuele aanbieders (makers en hun publiek) is niet eenvoudig en gaat vaak ten koste van bestaand publiek. Als het beleid voorziet in meer en een grotere diversiteit aan kunstvormen, makers en culturele instellingen, zowel professionals als amateurs, verspreid over de provincie, wordt de impact op dit doel groter. Het mag niet uitmaken waar je woont, welke leeftijd of achtergrond je hebt om toegang te hebben tot cultuur. In de Agenda Publieksbereik is het daarom relevant ook oog te hebben voor andere kunstvormen, makers en culturele instellingen en hun spreiding over Brabant.
Advies 3: Versterken innovatie van de gehele culturele sector
Bij innovatie, vernieuwing, incl. talentontwikkeling (doel 3) is de vitaliteit van het culturele ecosysteem allesbepalend. Met de voorgestelde focus op design, ontwerp en AV/film, investeert de provincie in enkele kunstvormen die ook al vanuit het economische programma (topsectoren) op steun mogen rekenen. De focus op deze disciplines laat bovendien een groot deel van de sector buiten beeld. We zien juist kansen om voorop te lopen en het innovatieve potentieel van de gehele Brabantse culturele sector beter te benutten. Zo zien we nu al dat de digitale transformatie grote invloed gaat krijgen op de manier van creëren, produceren en exploiteren van kunst en cultuur. Maar ook de toepassing van de Fair Practice Code vormt een bijzondere uitdaging voor de sector. Juist hiermee kunnen we met de Brabantse cultuursector aansluiten bij het innovatieve profiel van Brabant.
Advies 4: Veranker betrekken cultuur bij maatschappelijke opgaven in beleid
Het inzetten van verbeeldingskracht, creativiteit en ontwerpkracht (doel 4.1.8) wordt al langer in beleid van de provincie benoemd. Toch wordt ook bij de provinciale opgaven nog nauwelijks gebruik gemaakt van de expertise van de culturele sector. De bestaande vrijblijvendheid om de culturele sector te betrekken bij de provinciale programma’s, betekent helaas dat het in de praktijk niet gebeurt.
De maatschappelijke opgaven zijn complex, raken meerdere sectoren en hebben zowel procesmatige, technische als sociaal-maatschappelijke uitdagingen. In de praktijk pakken (semi-)private partijen dit niet op en de sector ontbeert de middelen om het experiment wat hierbij nodig is vanuit eigen ondernemerschap aan te kunnen gaan.
In de uitvoeringsagenda worden in dit verband de provinciale opgaven rond Leefomgeving, Water, Energie, Landbouw en Gezondheid genoemd en wordt een samenwerking met het economisch programma voorzien (pag. 26).
We spreken uit ervaring. Naast veelbelovende goede voorbeelden, erkennen we dat de samenwerking tussen de culturele sector met andere sectoren nog verre van vanzelfsprekend is. Juist daarom is naast investeringen in deze inzet vanuit de provincie ook hoogwaardige coördinatie, monitoring en ondersteuning van deze samenwerking essentieel. In die zin kunnen we de inzet om tot een vierjarig programma (2025-2028) te komen onderschrijven. Daarbij zou dan niet het versterken van de creatieve sector als economische sector voorop moeten staan (dat is een te verwachten indirect effect). Het vraagt vooral om een cultuurbeleid dat redeneert vanuit maatschappelijk impact, experiment, samenwerking en innovatief opdrachtgeverschap.
Tot slot: De Meerjarenvisie van Kunstloc Brabant
Op 26 juni 2024 presenteerde Kunstloc Brabant de Meerjarenvisie 2030. We zien hierin een grote overlap met het beleidskader en de uitvoeringsagenda. De meerjarenvisie kent vijf ambities:
- Cultuur voor iedereen
In 2030 hebben Brabanders overal in de provincie toegang tot een divers aanbod van kunst en cultuur om zowel te beoefenen als te bezoeken.
- Basis op orde
In 2030 is de basis in heel de provincie Noord-Brabant op orde, zodat alle Brabanders in de directe omgeving verzekerd zijn van toegankelijke culturele voorzieningen.
- Cultuureducatie geborgd
In 2030 hebben alle Brabantse scholen (PO en VO) cultuureducatie in hun curriculum geborgd en is er ook buitenschools voldoende aanbod, zodat alle kinderen en jongeren kennismaken met kunst en cultuur en het rijke cultuuraanbod in Brabant.
- Creatief potentieel beter benut
In 2030 wordt creativiteit breed gewaardeerd en worden maker en creatieve ondernemers vanzelfsprekend betrokken bij maatschappelijke vraagstukken.
- Slagkracht van de sector
In 2030 werkt de culturele sector nauw samen en voelt iedereen zich binnen de sector verbonden. Beleidsmakers, overheden, maatschappelijke organisaties en bedrijven benaderen de culturele sector als een ecosysteem. Publieke en private financiering is gericht op versterking van de sector, met een betere waardering en eerlijke honorering van individuele makers (Fair Practice Code).
Met de vijf ambities kiest Kunstloc voor een iets andere verdeling dan de vier hoofddoelen die de provincie onderscheidt, maar is de inzet complementair. Overall biedt de uitvoeringsagenda een goede basis om in het complexe speelveld van de culturele sector, ook vanuit de ondersteunende rol van Kunstloc Brabant, samenwerking te vinden met vele publieke en private partners. De aanbevelingen in dit advies kunnen die samenwerking en de impact die we daarbij realiseren vergroten en versnellen.
Eerdere adviezen bij het beleidskader Levendig Brabant 2030
Overwegingen bij het beleidskader Levendig Brabant 2030 (23 juni 2022)
Advies bij beleidskader Levendig Brabant 2030 (25 november 2022)
Wil je meer weten over dit advies?
Neem contact met mij op.