Kansen en ideeën voor het (verder) bouwen aan amateurkunst
Welke mogelijkheden en kansen liggen er om te blijven bouwen aan de Brabantse amateurkunstsector? Wat is de huidige situatie? En wat kunnen we daarmee? Welke ideeën en uitdagingen zijn er? Tijdens de Werkconferentie Amateurkunst #9 | Bouwen aan amateurkunst werden vele tips en kansen gedeeld.
De Werkconferentie Amateurkunst #9 vond plaats op 18 november 2021, live vanuit Dynamo in Eindhoven.
‘Creativiteit is er in overvloed, maar weet ook dat je het samen doet, en niet in je eentje. Natuurlijk is er vergrijzing en rijst de vraag over de toekomst. En is de jeugd ook niet meer zo geïnteresseerd, als de kunst niet naar hen toe komt. Maar vooral niet geïnteresseerd, als de kunst niet tot hen spreekt. Het is makkelijk gezegd, maar wellicht is het tijd dat je met oude tradities breekt’, draagt spoken word artiest Danny Kuiper voor tijdens de Werkconferentie.
Danny’s woorden vatten samen waar de amateurkunstsector onder meer tegenaan loopt: een onzekere toekomst, de vergrijzing en het aanboren van nieuwe doelgroepen. We leven in een diverse en snel veranderende samenleving. De manier waarop amateurkunst een rol speelt in die samenleving verandert ook. Behoeftes en interesses verschuiven en ook actuele thema’s in de samenleving zoals inclusiviteit, de pandemie en nieuwe technologie hebben invloed op de beoefening van amateurkunst.
De ondersteuning die nodig is om amateurkunst vitaal en veerkrachtig te houden, moet meebewegen. En doet dat ook. Hoe kunnen we samen bijdragen aan een gestructureerde aanpak om die veerkracht in de amateurkunst te voeden? En welke kant gaan we op? Of: welke kant willen we op? Waar liggen de kansen en hoe kunnen we die pakken?
Hoe bouwen we verder?
Om gestructureerd na te kunnen denken over de toekomst, deelt Marlieke van Schalkwijk van Futureconsult een aantal manieren waarop je kunt omgaan met toekomst. Er zijn twee soorten toekomst: de ene overkomt je (klimaatverandering) en de ander maak je zelf (carrière, bedrijfsvisie). Op die tweede toekomst kun je enige invloed uitoefenen.
De toekomst voorspellen kan niemand. Wel kun je mogelijke toekomstbeelden in kaart brengen die voor jouw organisatie relevant zijn. Marlieke deelt twee methodes: Bij tellend vooruitzien of ‘forecasting’ ga je er vanuit dat je op basis van trends uit het heden en het verleden kunt voorspellen hoe de toekomst eruit ziet. Je trekt dan een huidige ontwikkeling door naar de toekomst. Bij vertellend vooruitzien of ‘strategic foresight’ ga je uit van dezelfde trends maar is het toekomstbeeld minder vanzelfsprekend. Je verkent dan juist meerdere mogelijke toekomsten of scenario’s. Door die toekomsten naast elkaar te zetten kun je anticiperen op de mogelijkheden en een strategie maken. Hoe ziet amateurkunst er in de toekomst uit, en waar kunnen we nu al op inzetten?
Marlieke geeft aan dat vaak tijd en ruimte ontbreken om na te denken over de toekomst. Amateurkunstorganisaties zijn bezig met werken en overleven. Toch is het essentieel om over die toekomst na te denken. Wanneer je in de overlevingsmodus zit, moet je proberen tijd te maken voor het schrijven van scenario’s voor je vereniging of stichting, bepleit Marlieke. Anders zit je alleen met een toekomst die je overkomt en die je niet overziet.
Betrek je leden daarbij en kijk naar verenigingen in de regio die stappen maken. De verbinding met elkaar is het belangrijkst. Door mee te denken, zet je de eerste stap. Wissel ervaringen uit, want als je er zelf nog niet aan had gedacht, dan heeft iemand anders dat misschien al wel gedaan. Sluit daar bij aan.
Waar staan we nu?
Of je nou individueel of samen, thuis of op locatie, georganiseerd (formeel) of niet-georganiseerd (informeel) aan amateurkunst doet; kunstbeoefening is heel breed en divers. Ondersteuning van amateurkunst richt zich vaak op de georganiseerde amateurkunst waaronder de verenigingen. Deze is immers gemakkelijk te vinden en te bereiken.
Arno Neele, onderzoeker bij het LKCA, deelt de resultaten van de Brabantse VerenigingsMonitor 2021. De VerenigingsMonitor is een landelijk onderzoek onder amateurkunstverenigingen (die ingeschreven staan bij de KvK als stichting of vereniging), dat elke drie jaar wordt gehouden. Het onderzoek richt op de thema’s organisatiekracht (leden, financiën), het artistiek aanbod en de maatschappelijke oriëntatie (met wie werken ze samen, zijn ze inclusief).
In Nederland zijn 11.000 formele verenigingen actief en Brabant heeft er 1800. In het onderzoek komen diverse knelpunten naar boven. De drie grootste knelpunten gaan over leden, locaties en financiën. Er is al een aantal jaren sprake van dalend ledental, een trend die door corona is versterkt. Er zijn nog maar weinig lokale plekken voor amateurkunst en veel locaties zijn ongeschikt voor de 1,5 meter maatregel. Door de coronamaatregelen hebben veel verenigingen minder inkomsten, terwijl de meeste kosten blijven bestaan.
De organisatiekracht van de verenigingen is cruciaal voor de toekomst van het verenigingsleven, volgens Arno. Verenigingen met weinig organisatiekracht (bijna de helft) verwachten over een jaar veel kleiner te zijn. Daarom is het belangrijk om verenigingen te helpen bij het versterken van hun organisatiekracht. Hij haalt het rapport ‘Revitalisering van de amateurkunst’ van onderzoeks- en adviesbureau BMC aan. Hierin zijn, samen met het veld, adviezen opgesteld om de ondersteuning van amateurkunst te revitaliseren. Met concrete voorstellen voor een samenhangende aanpak landelijk, provinciaal en lokaal, voor de korte én langere termijn. “Die overkoepelende aandacht hiervoor is noodzakelijk, want alleen lokaal is er te weinig draagkracht vanuit gemeenten”, aldus Arno.
Levendig Brabant 2030
Ook Stijn Smeulders, gedeputeerde van Cultuur, Sport, Vrije Tijd en Erfgoed van de Provincie Noord-Brabant, reageert positief op het BMC rapport. In een videoboodschap laat hij weten dat amateurkunst een essentiële plek heeft in een levendig Brabant. Hij is blij met het rapport omdat het niet alleen de knelpunten weergeeft, maar ook een aanzet doet tot mogelijke oplossingen. Hij neemt de input uit het rapport graag mee bij het opstellen van het nieuwe beleidskader Levendig Brabant 2030 en nodigt iedereen uit om samen de stip op de horizon te bepalen.
Alle overheidsniveaus samen
Een belangrijk thema dat tijdens de werkconferentie ter sprake komt, is het ontbreken van structuur binnen de amateurkunstondersteuning. “Met name de afstemming tussen landelijke, provinciale en lokale ondersteuning. Wie doet wat, wie draagt welke verantwoordelijk?”, zegt Frank de Jong, adviseur bij Kunstloc Brabant.
De infrastructuur voor de amateurkunstondersteuning bestaat nu vooral uit lokale adviseurs. Het gaat om consulenten, projectleiders, cultuurcoaches, verbinders. Ze hebben allemaal een eigen functienaam en een eigen aanpak. Binnen het verenigingsleven zijn er daarnaast bestuursleden die op vrijwillige basis hun vereniging ondersteunen. “Het verenigingsleven is lokaal van groot belang en om dat belang te laten zien, moeten we het regelen van financiën en mankracht niet alleen overlaten aan de mensen zelf. De overheden hebben ook een rol hierin te spelen”, aldus Henri Swinkels, directeur van Kunstloc Brabant. Het BMC-rapport kan daarin een rol spelen, want alle niveaus moeten samenwerken in deze sector.
Naast een betere afstemming tussen de overheidslagen, is ook maatwerk een belangrijk aandachtspunt voor de toekomst van amateurkunstondersteuning. De maatschappij vraagt om meer maatwerk, want mensen organiseren zich niet allemaal hetzelfde. Toch is de gemeentelijke ondersteuning vaak gestoeld op de meer traditionele en georganiseerde vormen van amateurkunst. Wellicht is het tijd om met oude tradities te breken? Er zijn fanfares die het fijner vinden om op maandagochtend te repeteren, zodat ouderen niet in het donker over straat hoeven. Ook zijn er verenigingen waarvan de besturen zijn samengevoegd. Zo kunnen ze toch blijven bestaan.
Daarnaast zijn er steeds meer informele initiatieven van mensen die geen lid willen worden van een vereniging, maar die zelf iets willen maken of organiseren. De informele amateurkunst is moeilijker in beeld te brengen, maar ook daar liggen ondersteuningsbehoeften, onder meer op het gebied van financiering en locatie. Deze initiatieven zouden ook voor ondersteuning in aanmerking moeten kunnen komen, volgens Henri.
Amateurkunst is geen los onderdeel in het culturele veld, het hoort binnen de doorlopende levenslijn van mensen. De kennismaking met cultuur begint al op school, daar wordt het eerste zaadje geplant. Maar de verdieping ervan gaat buitenschools verder. Zorg daar voor een betere aansluiting, pleitten Henri en Arno. Zorg voor gediplomeerde docenten die buitenschoolse cultuureducatie kunnen aanbieden en voor plekken waar leerlingen naartoe kunnen. Focus op de hele keten en niet alleen op de losse stukjes.
“Provinciaal en lokaal waren er altijd veel centra voor de kunsten, scholen voor expressie en muziekscholen waar je als kind terecht kon voor individuele- en/of groepslessen. Maar waar moet je nu heen? Nederland telt heden ten dage nog maar acht gemeentelijke muziekscholen, ”, zegt Frank. “Er is een stappenplan nodig om kunst in alle fases te kunnen beoefenen en een duidelijke infrastructuur binnen gemeenten en provincies, zodat mensen weten waar ze naartoe kunnen voor het beoefenen van de verschillende kunstdisciplines."
Deelsessies
In deelsessies werd er aandacht besteed aan de Toekomstcheck voor organisaties, de Wet Bestuur Toezicht Rechtspersonen, en Samen slim deelnemers werven
Samen slim deelnemers werven
Om amateurkunstorganisaties te helpen proactief nieuwe doelgroepen aan te boren, heeft LKCA de training Samen slim deelnemers werven opgezet. In deze training leer je als ondersteuner hoe je de cursus, die dezelfde naam draagt, kunt aanbieden aan organisaties in jouw omgeving. Aangezien het werven van leden de grootste uitdaging lijkt voor amateurkunstgroepen, is deze training een efficiënt hulpmiddel, volgens Matthijs Beerepoot, adviseur bij het LKCA, die de trainingen geeft. Het is een kant en klare tool die je kunt aanbieden aan jouw netwerk.
De cursus gaat in op verschillende uitdagingen waarvoor verenigingen staan bij ledenwerving. Er zijn veel andere vormen van vrijetijdsbesteding bijgekomen (onder meer online), er is een gebrek aan tijd en middelen en je moet uit je comfort zone om nieuwe doelgroepen aan te boren. Uiteindelijk zal er altijd iets moeten veranderen om nieuwe of meer mensen te bereiken.
In Brabant zijn tien amateurkunstondersteuners opgeleid met deze training. Eén daarvan is Mat Teuwen van korenorganisatie KBZON (Helmond). Hij volgde de training en ging vanuit KBZON met meerdere koren aan de slag. Zo leren ze van elkaar en kunnen ze onderling overleggen en sparren. Volgens Mat is de belangrijkste boodschap aan deelnemende organisaties: “Betrek vooral je leden en je netwerk erbij. Zij kennen weer andere mensen en wellicht behoren die tot jouw nieuwe doelgroep. Marleen van Dooren van Muzelinck (Oss) volgde de training ook: “Het is belangrijk om bewustwording te creëren binnen je vereniging. De behoeftes binnen een amateurkunstgroep liggen vaak best uit een, omdat de leeftijdsverschillen groot zijn. Houd daar rekening mee.”
Meer over de inhoud van de cursus Samen slim deelnemers werven
Wil je meer weten over de onderzoeken of training die in dit artikel zijn genoemd?
Neem dan contact met ons op.